Een kikkertje als navigatiesysteem voor bloedvaten

‘In sommige ziekenhuizen moeten ze wel 11 keer prikken, hier is het in één keer raak.’ Deze verzuchting tekende onlangs een verslaggever van de Volkskrant (5 april 2009) op uit de mond van een moeder van wie een kindje wordt behandeld in het Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Het genoemde succes is mede te danken aan een innovatie die op het punt staat op de markt te komen: de VascuLuminator. Een lumineus idee.

Welk kind heeft niet eens in het duister een zaklantaarn met de hand afgeschermd of in de mond gestoken? Dat levert een wonderlijk en zelfs wat griezelig beeld op. Eenzelfde principe staat aan de basis van de VascuLuminator, waarbij gebruik wordt gemaakt van een infraroodled. De ‘bandbreedte’ van deze lichtbron is afgestemd op een optimaal onderscheid tussen bloedvat en weefsel. Het infraroodlicht creëert in een lichaamsdeel een egale achtergrond waarop bloedvaten aan het oppervlak als donkere lijnen zichtbaar worden. Via een kleine camera die specifiek gevoelig is voor infraroodlicht wordt het beeld op een lcd-scherm zichtbaar. De zorgverlener ziet zo op een ‘navigatiesysteem’ de vaten liggen die aangeprikt kunnen worden. De infraroodled kan bijvoorbeeld verwerkt worden in speelgoed – een groen kikkertje – dat een kind in de hand neemt waarin geprikt gaat worden.

Vooral bij baby’s en kleine kinderen zijn de resultaten van de geleide venapunctie bemoedigend; ook de arteriepunctie en het aanleggen van een infuus verlopen goed met deze techniek. De resultaten van een eerste onderzoek naar de effectiviteit bij bloed prikken worden binnenkort gepubliceerd. Op dit moment wordt de techniek bestudeerd bij het inleiden van anesthesie bij kinderen op de operatiekamer. Naar verwachting kan dit grote tijdwinst opleveren.

Nu al is duidelijk dat de VascuLuminator leidt tot tevredenheid bij patiënten en medewerkers vanwege snellere en minder traumatische procedures; wellicht zullen ook complicaties zoals flebitis en infiltraten afnemen. Ongetwijfeld zijn er meer toepassingen, bijvoorbeeld bij volwassenen. Misschien zijn er zelfs minder prikaccidenten; er wordt immers minder geprikt, en het trauma en de frustratie van ‘misprikken’ blijven achterwege. (Bijdrage: Jan Taco te Gussinklo.)