Drie kinderen met velocardiofaciaal (Shprintzen-)syndroom

Klinische praktijk
D.A. Lie
F.A. Beemer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:372-5
Abstract

Samenvatting

Bij drie patiënten die op het consultatiebureau werden of waren gezien, meisjes van 2, 8 en 12 jaar, werd velocardiofaciaal syndroom vastgesteld. De belangrijkste symptomen van dit syndroom zijn een palatumspleet, congenitale hartafwijking, een typisch gezicht (amandelvormige ogen, brede neus, kleine oren) en leerproblemen. Soms is mentale retardatie aanwezig. Het syndroom is autosomaal dominant erfelijk met een zeer variabele expressie. Met fluorescentie-in situ-hybridisatie is bij 70 van de patiënten een microdeletie te zien van de lange arm van chromosoom 22 (22q11).

Aan velocardiofaciaal syndroom moet gedacht worden bij alle kinderen met een palatumspleet en (of) hypernasale spraak, vooral bij nasale regurgitatie van voeding in het eerste levensjaar, slechte groei, psychomotorische retardatie, dysmorfe kenmerken aan het gezicht en (of) conotruncale hartafwijkingen.

Auteursinformatie

Stichting T&D (Kruiswerk, Thuiszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk en Gezinszorg), Nieuwegein.

Mw.D.A.Lie, jeugdarts.

Klinisch Genetisch Centrum, Utrecht.

Prof.dr.F.A.Beemer, klinisch geneticus.

Contact mw.D.A.Lie, Griendhoeve 5, 3992 PM Houten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties