Diagnostiek in hersenvocht: toepassingsmogelijkheden in de neurologische praktijk

Klinische praktijk
M.M. Verbeek
M.A.A.P. Willemsen
B.R. Bloem
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1833-8
Abstract

Samenvatting

– Onderzoek van hersenvocht maakt deel uit van de moderne diagnostiek van veel neurologische aandoeningen.

– Bij het vermoeden van een acute of chronische meningitis en encefalitis is het onderscheid tussen een acute virale en een bacteriële intrathecale infectie in de regel snel te maken met liquoronderzoek. Bij een chronische infectie is dit richtinggevend voor verdere microbiologische analyse.

– Indien er bij klinische aanwijzingen voor een subarachnoïdale bloeding geen afwijkingen op een CT-scan te zien zijn, kan men deze met spectrofotometrische analyse van bloedpigmenten in hersenvocht aantonen of uitsluiten.

– Bij mogelijke multiple sclerose (MS) en contra-indicaties voor MRI-onderzoek of indien de combinatie van kliniek en MRI geen definitieve diagnose oplevert, is het aantonen van unieke oligoklonale IgG-banden in hersenvocht een belangrijke parameter voor het stellen van de diagnose ‘MS’.

– Metastasering naar de leptomeningen wordt in de praktijk vaak aangetoond met (herhaaldelijke) cytopathologische analyse van hersenvocht, die een hogere sensitiviteit en specificiteit heeft dan MRI.

– Ook bij (erfelijke) metabole encefalopathieën op de kinderleeftijd speelt hersenvochtonderzoek een belangrijke rol in de diagnostiek.

– Bij waterige afvloed uit neus of oor na een trauma of een neurochirurgische ingreep kan vastgesteld worden of het gaat om lekkend hersenvocht.

– Analyse van enkele hersenspecifieke eiwitten in hersenvocht kan bijdragen aan de differentiële diagnostiek van dementiesyndromen.

– De diagnostische meerwaarde van hersenvochtonderzoek bij hypokinetisch-rigide syndromen is nog niet duidelijk.

– Complicaties van een ruggenprik blijven vaak beperkt tot postpunctionele hoofdpijn.

– Contra-indicaties zijn intracraniële ruimte-innemende afwijkingen, compressie van het ruggenmerg, verhoogde bloedingsneiging en afwijkingen rond de prikplaats.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1833-8

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Afd. Neurologie: hr.dr.ir.M.M.Verbeek, neurochemicus (tevens: Laboratorium Kindergeneeskunde en Neurologie); hr.dr.B.R.Bloem, neuroloog.

Afd. Kinderneurologie: hr.dr.M.A.A.P.Willemsen, kinderneuroloog.

Contact hr.dr.ir.M.M.Verbeek (m.verbeek@cukz.umcn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties