De kennis van de Nederlandse basisartsen gemeten met de Maastrichtse voortgangstoets

Perspectief
P.A.W. van Hessen
G.M. Verwijnen
TJ. Imbos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1975-8

Inleiding

De Maastrichtse voortgangstoets (MVT) is regelmatig afgenomen bij anderen dan Maastrichtse studenten. De resultaten tonen een vrij constant beeld: studenten van diverse faculteiten scoren gemiddeld hoger naarmate zij verder in het curriculum gevorderd zijn, huisartsen in opleiding en andere onlangs afgestudeerden, samen aangeduid als ‘referenten’, scoren meestal iets hoger dan studenten in hun laatste studiejaar, en de verschillen tussen faculteiten zijn gering.1-6

Begin 1988 stelde de medische faculteit van de Rijksuniversiteit Limburg (RL) middelen ter beschikking om opnieuw referenten te werven. Men wilde beschikken over recente referentenscores als referentiepunten voor de scores van, vooral 6e-jaars, studenten. Pas afgestudeerde artsen (179) van andere universiteiten namen deel als referent aan de MVT van mei 1988. Overeenkomstig gemaakte afspraken ontvingen 51 van hen hiervoor ƒ 100,- en kregen de overige 128 geen vergoeding. De onbetaalden scoorden iets beter.7 Zoals verwacht, was de animo om deel te nemen groter bij betaling.

Scores…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, Faculteit der Geneeskunde, Project Evaluatie Studieresultaten, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

P.A.W.van Hessen (thans: GGD Stadsgewest Breda); G.M.Verwijnen, huisarts; dr.Tj.Imbos, psychometricus.

Contact G.M.Verwijnen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties