De kans op kanker voor Nederlanders

Onderzoek
L.A.L.M. Kiemeney
F.A.M.O. Lemmers
R.H.A. Verhoeven
K.K.H. Aben
C. Honing
J. de Nooijer
P.H.M. Peeters
O. Visser
F.A. Vlems
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2233-41
Abstract

Samenvatting

Doel

Berekenen van valide en gedetailleerde kansen op kanker voor Nederlanders vanaf en tot bepaalde leeftijden.

Opzet

Secundaire analyse van kankerincidentie- en sterftecijfers.

Methode

Geslachts- en leeftijdsspecifieke incidentiecijfers voor 56 verschillende vormen van kanker werden verkregen van de Nederlandse Kankerregistratie. Geslachts- en leeftijdsspecifieke sterftecijfers werden verkregen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Met behulp van overlevingstabellen werden kansen op kanker uitgerekend vanaf elke leeftijd tot elke leeftijd, waarbij leeftijdsklassen van 5 jaar werden gehanteerd. Voor de analysen werd het door het Amerikaanse National Cancer Institute beschikbaar gestelde softwareprogramma DevCan gebruikt.

Resultaten

Bij 43,9 van de pasgeboren mannen (1 op de 2,3) en bij 38,1 van de pasgeboren vrouwen (1 op de 2,6) wordt ooit in het leven de diagnose ‘kanker’ gesteld. De kans om vóór het 80e levensjaar kanker te krijgen is 35,9 voor pasgeboren mannen en 30,2 voor pasgeboren vrouwen. Voor vrouwen is de kans op borstkanker het grootst (bijna 13). Vrouwen van 50 jaar hebben een kans van bijna 3 dat bij hen vóór hun 60e de diagnose ‘borstkanker’ wordt gesteld. Bij mannen is de kans op de diagnose ‘prostaatkanker’ het grootst (bijna 10). De kans voor een 50-jarige man om binnen 10 jaar prostaatkanker te krijgen is echter minder dan 1. Alle kansen voor 56 verschillende vormen van kanker staan op de website van de Nederlandse Kankerregistratie.

Conclusie

De gedetailleerde cijfers over kansen op kanker zijn bruikbaar voor beleidsvraagstukken, zoals de noodzaak van screeningsprogramma’s, voor publieksvoorlichting en voor counseling, zoals in de klinische genetica. De standaard gerapporteerde kansen van pasgeborenen op kanker vóór de leeftijd van 75 jaar zijn daarvoor onvoldoende specifiek.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2233-41

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Epidemiologie, Biostatistiek en HTA, Huispost 133 EBH, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Hr.prof.dr.L.A.L.M.Kiemeney, hr.drs.R.H.A.Verhoeven en mw.dr.K.K.H.Aben, epidemiologen (allen tevens: Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen); hr.dr.F.A.M.O.Lemmers, biostatisticus.

KWF Kankerbestrijding, Amsterdam.

Programma Preventie en Patiëntenondersteuning: mw.drs.C.Honing, hoofd.

Programma Onderzoek: mw.dr.F.A.Vlems, beleidsmedewerker.

Universiteit Maastricht, vakgroep Gezondheidsvoorlichting, Maastricht.

Mw.dr.J.de Nooijer, gezondheidswetenschapper.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht.

Integraal Kankercentrum Amsterdam, Amsterdam.

Hr.dr.O.Visser, arts.

Contact Mw.prof.dr.P.H.M.Peeters, epidemioloog (b.kiemeney@ebh.umcn.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties