De emotionele belasting van kunstmatige voortplanting: meer angst en depressie na een mislukte eerste behandeling

Onderzoek
C.M. Verhaak
J.M.J. Smeenk
J.A.M. Kremer
D.D.M. Braat
F.W. Kraaimaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:2363-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Het bepalen van de emotionele belasting van de eerste in-vitrofertilisatie(IVF)- of intracytoplasmatische-sperma-injectie(ICSI)-behandeling, de invloed van de behandeling op de partnerrelatie en het verloop van de behandeling na een wel en na een niet-geslaagde behandeling.

Opzet

Descriptief longitudinaal onderzoek met herhaalde metingen: voor en na de eerste behandelingscyclus.

Methode

240 vrouwen en 219 partners vulden voor en na de eerste behandelingscyclus vragenlijsten in op het gebied van angst, depressie en partnerrelatie (respectievelijk met de ‘Spielberger state trait anxiety inventory’ (STAI), de ‘Beck depression inventory for primary care’ (BDI-PC) en de ‘Maudsley marital questionnaire’ (MMQ)), en aangaande hun plannen voor eventuele verdere behandeling.

Resultaten

Na een eerste mislukte behandelingscyclus vertoonden vrouwen significant meer angst en depressie dan voor de behandeling, mannen lieten een stijging in depressie zien. Angst en depressie in de groep paren na een succesvolle behandelingscyclus toonden geen stijging. Bijna 13 van de vrouwen scoorde na de mislukte eerste behandelingscyclus binnen het gebied van klinisch relevante vormen van depressie. De onvrede met de seksuele relatie nam zowel bij mannen als vrouwen toe, ongeacht de uitkomst van de behandeling. 2 van de paren had de intentie, in geval van niet slagen van de eerste behandelingscyclus, geen volgende cyclus te ondergaan. Van deze paren begon inderdaad geen een nieuwe cyclus. Uiteindelijk onderging 18 van de paren na een mislukte eerste cyclus geen nieuwe behandelingscyclus.

Conclusie

Na een mislukte eerste behandelingscyclus lieten paren een hogere score op depressie zien, en 1 op de 8 vrouwen had een klinisch relevante vorm van depressie. Meer dan 1 op de 6 paren zag na een mislukte eerste behandelingscyclus af van verdere behandelingen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Afd. Medische Psychologie: mw.drs.C.M.Verhaak, psycholoog; prof. dr.F.W.Kraaimaat, klinisch psycholoog.

Afd. Obstetrie en Gynaecologie: J.M.J.Smeenk, arts; dr.J.A.M.Kremer en mw.prof.dr.D.D.M.Braat, gynaecologen.

Contact mw.drs.C.M.Verhaak (c.verhaak@cksmps.azn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties