De chronische osteocutane fistel, geen onschuldig bezit

Klinische praktijk
P.R.G. Brink
W.M. Molenaar
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1225-7

Dames en Heren,

Chronische osteomyelitis is voor de patiënt een onplezierig bezit, wegens het langdurige karakter, de vaak intensieve behandeling en de onzekerheid over uiteindelijke genezing. Daarnaast dreigen complicaties als pathologische fracturen, amyloidosis en sepsis. Ook voor de behandelende arts vergt behandeling en begeleiding van patiënten met chronische osteomyelitis doorzettingsvermogen, zonder de garantie dat de patiënt zal genezen.

Na moeizame en soms veelvuldige operaties komt het proces meestal tot rust en resteert ‘slechts’ een eenvoudige fistel. Deze osteocutane fistel lijkt een milde uitingsvorm van de chronische ontsteking. Het bot wordt hierdoor gedraineerd en de fistel geeft in het algemeen weinig klachten. De afvloed is in de regel gering en de verzorging van het wondje is zo eenvoudig, dat de patiënt, met een zo moeizaam verlopende ziekte achter zich, deze handicap op de koop toeneemt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat patiënten zich in dit stadium vaak aan controle onttrekken…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Afd. Chirurgie: P.R.G.Brink, chirurg.

Afd.Pathologische Anatomie: mw.dr.W.M.Molenaar, patholoog-anatoom.

Contact P.R.G.Brink

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

P.J.J.M.
Rompa

Naarden, juli 1988,

Bij het artikel van de collegae Beckers en Verburg omtrent de ruptuur van de pees van de M. tibialis anterior (1988;1225-7) zou ik gaarne enige aanvullende opmerkingen maken, zowel over de oorzaak als over de anamnese.

Ook een (onbeduidend) direct trauma kan een letsel veroorzaken van deze pees, zoals het volgend voorbeeld verduidelijkt. Vorig jaar zag ik een patiënte met klachten over een sleepvoet, zoals door Beckers en Verburg beschreven. De anamnese bracht aanvankelijk weinig aan het licht. Bij onderzoek was er circa 10 cm boven de enkel een halve centimeter groot litteken over de pees van de M. tibialis anterior die distaal ervan niet kon worden aangespannen. Bij navraag bleek patiënte vijf weken tevoren, tijdens haar vakantie in Spanje, een stukje glas in haar been te hebben gehad; de wond was met een pleister verzorgd en verder had ze tijdens haar vakantie niet noemenswaardig last gehad. De pees bleek totaal geruptureerd; hij kon primair worden gehecht met herstel van functie.

Wat de anamnese betreft, heb ik tweemaal eerder een oud peesletsel van de M. tibialis anterior vastgesteld bij patiënten die met een geheel andere klacht het spreekuur bezochten als die welke door Beckers en Verburg is beschreven, nl. pijn aan de grote teen. Bij onderzoek ging het om een pijnlijke clavus over het interfalangeale gewricht, klaarblijkelijk door chronische druk van de teen tegen de schoenneus. Tijdens het heffen van de voet werd de grote teen extreem gedorsiflecteerd. De tendo musculi extensor hallucis longus was verdikt. Het was duidelijk dat deze spier, waarvan de pees pal lateraal van de (gelaedeerde) pees van de musculus tibialis anterior loopt, de heffunctie van de voet had overgenomen, zonder veel problemen, totdat de drukclavus was ontstaan.

Het behoeft nauwelijks gezegd dat het een beoordelingsfout geweest zou zijn, zonder meer deze clavus (chirurgisch) te behandelen.

P.J.J.M. Rompa
J.M.H.
Beckers

Bunde, juli 1988,

Wij danken collega Rompa voor zijn reactie. Uiteraard kan een peesletsel ook ontstaan door een onschuldig lijkende penetrerende verwonding. In ons artikel wordt echter de veel zeldzamere degeneratieve ruptuur van de pees van de musculus tibialis anterior besproken. Het klachtenpatroon van de overige twee patiënten, met een pijnlijke clavus over het interfalangeale gewricht van de grote teen, is ons als zodanig niet bekend bij een ruptuur van de pees van de musculus tibialis anterior. Differentieel-diagnostisch kan ook een neurologische oorzaak overwogen worden.

J.M.H. Beckers