Borderline of misschien toch bipolair?

Klinische praktijk
E.A.M. Knoppert-van der Klein
C.A.L. Hoogduin
W.A. Nolen
P. Kolling
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:409-12
Abstract

Dames en Heren,

Een uitgesproken bipolaire stoornis type I (manisch-depressieve stoornis) met duidelijke manische en depressieve episoden is over het algemeen niet zo moeilijk te diagnosticeren. Een bipolaire stoornis type II, waarbij naast de depressieve episoden hypomane episoden (perioden met lichte manie; licht wat betreft ernst en duur) voorkomen, geeft vaker diagnostische problemen, zeker bij middelenmisbruik of persoonlijkheidsproblemen. Vooral ten opzichte van de borderlinepersoonlijkheidsstoornis kan de differentiële diagnostiek moeilijk zijn. Aan de hand van twee ziektegeschiedenissen willen wij laten zien dat de diagnose ‘borderlinepersoonlijkheidsstoornis’ niet altijd terecht is, hetgeen voor de patiënt nogal wat negatieve gevolgen kan hebben. Het is voor de therapie van het grootste belang de juiste diagnose(n) te stellen. Hiertoe geven wij een aantal richtlijnen.

Patiënt A, een 35-jarige vrouw die lithium gebruikte, werd verwezen naar de polikliniek vanwege vragen in verband met kinderwens. Gezien haar psychiatrische voorgeschiedenis wilden zij en haar partner eerst meer informatie om…

Auteursinformatie

Psychiatrisch Ziekenhuis ‘Endegeest’, afd. Jelgersmapolikliniek, Postbus 1250, 2340 BG Oegstgeest.

Mw.E.A.M.Knoppert-van der Klein, psychiater.

Katholieke Universiteit, vakgroep Klinische Psychologie en Persoonlijkheidsleer, Nijmegen.

Prof.dr.C.A.L.Hoogduin, zenuwarts.

H.C.Rümke Groep, locatie Willem Arntsz Huis, Utrecht.

Twents Psychiatrisch Ziekenhuis, locatie ‘Helmerzijde’, Enschede.

Mw.P.Kölling, psychiater.

Contact Dr.W.A.Nolen, psychiater

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties