In de jaren 70 van de vorige eeuw ergerden de arts-epidemiologen Sackett en Fletcher zich aan het gedrag van hun collegae in de Canadian Task Force For The Periodic Health Examination. Die breed samengestelde werkgroep moest voor 128 aandoeningen aangeven hoe die effectief voorkómen konden worden, en dat op basis van de stand van wetenschap.1 Tot irritatie van Sackett deden sommigen van de deelnemers voornamelijk een beroep op de eigen ervaring, terwijl anderen de noodzaak voelden tot het plaatsen van kritische kanttekeningen bij onderzoek met minder welgevallige resultaten. Om de discussies te structureren stelden Sackett en Fletcher daarom voor om het uitgevoerde onderzoek te ordenen volgens bepaalde niveaus, op basis van het type onderzoeksopzet. Daarbij kwam goed uitgevoerd, gerandomiseerd vergelijkend onderzoek (‘randomized clinical trial’ (RCT)) bovenaan te staan, boven een kleine RCT met niet-significante resultaten, en dat weer boven niet-gerandomiseerd vergelijkend onderzoek en beschrijvingen van individuele gevallen.2 ‘Als…
Bestaat ‘passend’ bewijs?
Online verschenen op
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6027
Vakgebied
Reacties