Ben ik mijn broeders hoeder?

Wim Opstelten
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1785

artikel

Niet zo lang geleden overleed mijn voorganger. Een huisarts van de oude stempel: praktijk aan huis, betrokken, meewerkende echtgenote en vrijwel dag en nacht bereikbaar voor zijn patiënten. Een huisarts van vóór de wieg tot aan het graf. Professionele richtlijnen waren er nog niet, maar zijn goede klinische blik en vaderlijk gezag leken dat ruimschoots te compenseren. Door ‘het Tijdschrift’ en de wekelijkse klinische demonstraties op zaterdagochtend in het plaatselijke ziekenhuis bleef hij op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, zowel binnen als buiten zijn vak. En zo was hij meer dan dertig jaar een vertrouwd raadsman voor zijn patiënten, die lief en leed met hem deelden. Na zijn overlijden zette ik in mijn spreekkamer zijn foto, die regelmatig patiënten verhalen doet ophalen over hun ‘oude dokter’: over bevallingen bij nacht en ontij, intensieve sterfbedden, maar ook bemiddeling bij huwelijksproblemen, briefjes naar de schoolmeester of voorspraak om een plekje in het bejaardenhuis.

In dit nummer wordt aandacht gevraagd voor het signaleren van eenzaamheid en sociale isolatie, die zowel oorzaak als gevolg kunnen zijn van psychiatrische aandoeningen van ouderen (D5402). Dit onderwerp raakt aan de grenzen van ons vak. Het alert zijn op mogelijke oorzaken van ziekte behoort zeker tot onze taak, maar oplossingen liggen vaak daarbuiten, op het maatschappelijke vlak. Om die reden hebben huisartsen een grens getrokken en enkele jaren geleden de kernwaarde ‘generalistisch’ toegespitst tot ‘medisch-generalistisch’ (C4151). In een tijd van toenemende medicalisering en vervaging van de scheidslijn tussen het medische en sociale domein is dat begrijpelijk. Huisartsen moeten ook niet pretenderen van alle markten thuis te zijn en de grenzen van hun kennis, kunde en invloed respecteren.

Toch wringt dat soms. Sociale omstandigheden kunnen schrijnend zijn en veel patiënten hebben moeite om vorm te geven aan zelfredzaamheid, leefstijlverandering en eigen verantwoordelijkheid. Dat maakt dat je soms toch nét wat meer doet om een patiënt een duwtje in de goede richting te geven. Hoe dan en wanneer? En tot waar reikt onze betrokkenheid? Richtlijnen hierover zijn er niet. Bij twijfel kijk ik naar de foto van mijn voorganger.

Auteursinformatie

w.opstelten@ntvg.nl

Contact (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties