Behandeling van kinderen met een congenitale aandoening van de bovenste extremiteit door een multidisciplinair team

Klinische praktijk
S. Hiemstra
W.H. Eisma
J.M. Cobben
P.H. Robinson
C.M.J. Brouwer
M.A. de Jong
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:371-6

Congenitale aandoeningen van de bovenste extremiteiten omvatten een veelvoud van afwijkingen, bijvoorbeeld reductiedefecten (transversaal dan wel longitudinaal), syndactylie en polydactylie. Deze aandoeningen kunnen geïsoleerd voorkomen of onderdeel zijn van een syndroom. Nauwkeurige cijfers omtrent de prevalentie en de incidentie van dergelijke aandoeningen zijn moeilijk te verkrijgen. Uit de gegevens van de ‘European registration of congenital anomalies and twins’ (EUROCAT) voor 1990 blijkt de prevalentie in de drie noordelijke provincies van Nederland 1,12 per 1000 geborenen te bedragen (H.E.K.de Walle, schriftelijke mededeling, 1992). Wanneer na de geboorte blijkt dat er sprake is van een congenitale afwijking van één of meer extremiteiten is er bij de ouders, behalve de schrik van de zichtbare afwijking, tevens onzekerheid over de ontwikkeling en de toekomstmogelijkheden van het kind. Het is van belang dat de ouders in een vroeg stadium de gelegenheid wordt geboden zich te laten informeren over de ernst van de aandoening en de…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Afd. Revalidatie: mw.S.Hiemstra, assistent-geneeskundige; prof.dr.W.H.

Eisma, revalidatiearts; mw.C.M.J.Brouwer, ergotherapeut; mw.M.A.de Jong, klinisch psychologisch medewerker.

Afd. Plastische en Reconstructieve Chirurgie: prof.dr.P.H.Robinson, plastisch chirurg.

Vakgroep Medische Genetica: J.M.Cobben, klinisch geneticus.

Contact mw.S.Hiemstra

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties