Anafylaxie door chloorhexidine na cystoscopie of urethrale catheterisatie

L.E. Visser
J.H.H. Veeger
M.H.W.M. Roovers
E. Chan
B.H.Ch. Stricker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:778-80
Abstract

Samenvatting

Sedert 1983 ontving het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen 6 meldingen van anafylactische reacties, toegeschreven aan een chloorhexidine-bevattend glijmiddel dat vooral gebruikt wordt voordat cystoscopie of catheterisatie van de urinewegen wordt verricht. Eén melding werd reeds eerder beschreven. In 2 gevallen was sprake van hernieuwde toediening en trad de reactie opnieuw op. In 5 gevallen werd de causale samenhang met chloorhexidine bevestigd door een positieve reactie op intracutane tests. Alhoewel het hier waarschijnlijk om een zeldzame reactie gaat, is het van belang om rekening te houden met de mogelijkheid dat zich een ernstige anafylactische reactie voordoet bij gebruik van chloorhexidine gedurende dit soort urologische ingrepen.

Auteursinformatie

Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen, Postbus 5406, 2280 HK Rijswijk.

Mw.drs.L.E.Visser, farmaceut; dr.B.H.Ch.Stricker, inspecteur van de volksgezondheid.

Medisch Spectrum Twente, afd. Dermatologie, Enschede.

Dr.J.H.H.Veeger, dermatoloog.

Allergologisch Diagnostisch Centrum, Tilburg.

M.H.W.M.Roovers, allergoloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Anesthesiologie, Maastricht.

E.Chan, assistent-geneeskundige.

Contact dr.B.H.Ch.Stricker

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Den Dungen, mei 1994,

Als aanvulling op het artikel van Visser et al. moeten wij bekennen dat indien wij onze plicht hadden gedaan, het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen één melding meer dan de 6 beschreven meldingen van anafylactische reacties door chloorhexidine zou hebben ontvangen (1994;778-80).1

Onze patiënt, een 63-jarige man bemerkte 5 min na inbrengen van Instillagel (bevat 0,05% chloorhexidine-digluconaat) in de urethra, als voorbereiding voor cystoscopie, tintelingen in het verhemelte; kort daarna kreeg hij waterige ogen met oedeem van de oogleden. Na 6-8 h ontstond tevens een jeukende zwelling van de penis. Alle symptomen verdwenen spontaan na enkele dagen. Een hernieuwde applicatie van hetzelfde preparaat resulteerde in identieke symptomen. Gevraagd naar eerdere allergische reacties vertelde patiënt dat hij bij een ‘prik’ altijd verzocht om niet te desinfecteren, omdat hij anders de volgende dag jeuk zou hebben. Een ‘scratch’-test en een epicutane test werden verricht met alle bestanddelen van Instillagel; chloorhexidine-digluconaat was in beide tests positief. De positieve scratch-test was bij het aflezen van de epicutane tests eczemateus veranderd.

Deze patiënt had dus een combinatie van allergie type I (‘immediate-type allergy’) en type IV (contactallergie) voor chloorhexidine-digluconaat. Een gecombineerde type I- en type IV-allergie is incidenteel eerder beschreven voor chloorhexidine,2 en andere geneesmiddelen zoals bacitracine, benzocaïne, en neomycine.3

Visser et al. melden dat chloorhexidine ‘veel’ voorkomt in kosmetische produkten. Wij menen dat het juist relatief weinig daarin gebruikt wordt. In de V.S. kwam in 1992 chloorhexidine met haar zouten voor in 43 (0,2%) van de 20.000 kosmetische produkten waarvan de samenstelling bekend was bij de Food and Drug Administration.3 In de gegevens van de Keuringsdienst van Waren, Enschede, blijkt chloorhexidine met haar zouten aanwezig in 12 produkten uit een totaal van ongeveer 400 cosmetica (3%) waarvan de samenstelling bekend is. Voorts suggereren de auteurs dat het vóórkomen van chloorhexidine in cosmetica de ‘kans op sensibilisatie vergroot’. Als patiënten echter door kosmetische produkten, die doorgaans op normale huid aangebracht worden en maximaal 0,3% chloorhexidine mogen bevatten, kunnen worden gesensibiliseerd (inductie van allergie), dan is het zeer aannemelijk dat diezelfde produkten vervolgens bij continueren van het gebruik daarvan ook een allergische reactie kunnen provoceren (elicitatie van allergie).

Er zijn voor zover ons bekend echter geen gevallen beschreven van anafylactische reacties op chloorhexidine door de aanwezigheid daarvan in kosmetische produkten. Ook contactallergie (type IV-allergie) voor chloorhexidine in kosmetische produkten is extreem zeldzaam.3 Chloorhexidine wordt wel veel toegepast in ‘vochtige toiletdoekjes’, terwijl het ook in contactlensvloeistoffen gebruikt wordt.

A.C. de Groot
J.W. Weyland
Literatuur
  1. Groot AC de, Hoekstra JW. Gecombineerde type I en type IV allergie voor chloorhexidinegluconaat. Bulletin Contactdermatosen 1990;4:154-5.

  2. Bergqvist-Karlsson A. Delayed and immediate-type hypersensitivity to chlorhexidine. Contact Dermatitis 1988;19:84-8.

  3. Groot AC de, Weyland JW, Nater JP. Unwanted effects of cosmetics and drugs used in dermatology. 3e ed. Amsterdam: Elsevier, 1994:155-68,545,574.

Rijswijk, mei 1994,

Wij danken de collegae De Groot en Weyland voor hun waardevolle aanvullingen. Wij hebben slechts willen aangeven dat chloorhexidine niet alleen in geneesmiddelen maar ook in kosmetische produkten kan vóórkomen. Zonder enige afbreuk te willen doen aan hun nuanceringen menen wij toch dat geenszins kan worden uitgesloten dat de aanwezigheid van chloorhexidine in dergelijke produkten de kans op sensibilisatie vergroot.

B.H.Ch. Stricker