Adjuvante postoperatieve radiotherapie bij patiënten met endometriumcarcinoom; geen effect op overlevingsduur bij retrospectief onderzoek in Zuidoost-Nederland

To assess the use of postoperative radiotherapy in patients with adenocarcinoma of the endometrium.

Design

Retrospective study.

Setting

Catharina Hospital Eindhoven, the Netherlands.

Method

An assessment was made of referral, survival in relation to patient factors and postoperative radiotherapy treatment, in 422 patients registered in the Eindhoven Cancer Registry between January 1975 and December 1984 with carcinoma of the endometrium.

Results

Half the patients (54) were referred for postoperative radiotherapy, patients over 70 years old less frequently (p = 0,004), patients with deeply infiltrating tumours (p < 0,001) or tumours with poor grade of differentiation (p = 0,03) more frequently. The referral percentages varied between 36 for patients with well differentiated superficial tumours and 83 for patients with poorly differentiated tumours with deep infiltration. Age, postoperative tumour stage and depth of infiltration for patients under 60 showed a statistically significant association with overall survival. A benefit from postoperative radiotherapy with respect to survival could not be established.

Conclusion

It appears that the variation in referral is also due to differences of opinion concerning appropriate treatment between the referring gynaecologists. This study did not demonstrate a beneficial effect from postoperative radiotherapy. This should be confirmed in a prospective study.

Samenvatting

Doel

Analyseren van de toepassing van postoperatieve radiotherapie bij patiënten met een adenocarcinoom van het endometrium.

Opzet

Retrospectief onderzoek.

Plaats

Catharina Ziekenhuis Eindhoven.

Methode

Een analyse werd verricht van het verwijzingspatroon, de relatie tussen overleving en patiëntkenmerken en radiotherapie, bij 422 patiënten geregistreerd in de IKZ-SOOZ-regio in de periode 1975-1984, met een adenocarcinoom van het endometrium.

Resultaten

Ongeveer de helft (54) van alle patiënten bleek verwezen te zijn voor postoperatieve radiotherapie, patiënten ouder dan 70 jaar minder vaak (p = 0,004), patiënten met diepe infiltratie (p < 0,001) of slechtere differentiatiegraad (p = 0,03) vaker. De verwijzingspercentages varieerden van 36 bij oppervlakkige infiltratie met goede differentiatie tot 83 bij diepe infiltratie met slechte differentiatie. Leeftijd, postoperatief tumorstadium en de infiltratiediepte bij patiënten jonger dan 60 jaar bleken sterk gecorreleerd met overlevingsduur. De infiltratiediepte bij patiënten ouder dan 60 jaar en de differentiatiegraad bleken niet gecorreleerd met de kans op sterfte. Postoperatieve radiotherapie leidde niet tot een hogere overlevingskans.

Conclusie

Gezien de sterke variatie in het verwijzingspatroon lijkt de beslissing tot verwijzing voornamelijk af te hangen van het beleid van de behandelende gynaecoloog. In dit onderzoek had postoperatieve radiotherapie geen gunstig effect op de overlevingsduur. Dit resultaat dient getoetst te worden in een prospectief onderzoek.