Adjuvante chemotherapie bij patiënten geopereerd wegens een vroeg ovariumcarcinoom

Klinische praktijk
J.B.M.Z. Trimbos
M.E.L. van der Burg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:874-8
Abstract

Samenvatting

- Er bestaat allang een controverse over de wenselijkheid van het toepassen van adjuvante chemotherapie bij patiënten met een vroeg ovariumcarcinoom, dat wil zeggen een carcinoom beperkt tot de genitalia interna. Tot voor kort lieten de weinige gerandomiseerde studies die verricht waren, geen verbetering in overleving zien na het toedienen van adjuvante chemotherapie, maar de patiëntenaantallen waren te laag voor een afdoend bewijs.

- Volledige chirurgische stagering bij het vroege ovariumcarcinoom is van essentieel belang om het stadium van de ziekte vast te stellen. Bij een onvolledige stagering bestaat er een risico van 24 (uitersten: 16-46) dat er na de operatie onopgemerkte tumordeposities in de buikholte achterblijven, waardoor het stadium te laag wordt ingeschat.

- Recent zijn de resultaten van de twee tot nu toe grootste gerandomiseerde studies over het vroege ovariumcarcinoom gepubliceerd: de ‘Adjuvant chemotherapy in ovarian neoplasm’(ACTION)-trial, gecoördineerd door de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC), en de ‘International collaboration in ovarian neoplasm’(ICON-1)-trial. Deze laten een significant voordeel zien ten aanzien van algehele en progressievrije overleving door adjuvante chemotherapie bij patiënten met vroeg ovariumcarcinoom.

- De ACTION-trial (448 patiënten) liet zien dat adjuvante chemotherapie de overleving en ziektevrije overleving significant verbeterde bij patiënten die niet optimaal gestageerd waren. In de groep optimaal gestageerde patiënten had adjuvante chemotherapie geen effect op de prognose.

- In de ICON-1-studie (477 patiënten) werd in de gehele studiegroep een gunstig effect van adjuvante chemotherapie gevonden. Analyse van deze studie laat zien dat waarschijnlijk maar een zeer gering percentage van de ICON-1-patiënten optimaal gestageerd was.

- Op grond van de gepubliceerde resultaten wordt gepleit voor een beleid om bij de behandeling van patiënten met vroeg ovariumcarcinoom te streven naar een optimale chirurgische stagering en de belastende adjuvante chemotherapie te reserveren voor die patiënten bij wie optimale (re)stagering niet haalbaar is.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Gynaecologie/K6-19, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Hr.prof.dr.J.B.M.Z.Trimbos, gynaecoloog.

Erasmus Medisch Centrum, afd. Medische Oncologie, Rotterdam.

Mw.dr.M.E.L.van der Burg, internist.

Contact hr.prof.dr.J.B.M.Z.Trimbos (j.b.m.z.trimbos@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties