Klinische en radiologische voorspellers

Aanhoudende schouderklachten bij tendinitis calcarea*

Onderzoek
Pieter Bas de Witte
Raymond A. van Adrichem
Jasmijn W. Selten
Jochem Nagels
Monique Reijnierse
Rob G.H.H. Nelissen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D521
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken wat de belangrijkste demografische en radiologische kenmerken zijn ten tijde van de diagnose ‘tendinitis calcarea van het rotatorenmanchet’ (RCCT) en of er een relatie is tussen deze kenmerken en klinische langetermijnuitkomsten.

Opzet

Observationele studie.

Methode

We evalueerden aanvangskenmerken (demografisch, radiologisch) en behandelmethode van 342 patiënten bij wie de diagnose ‘RCCT’ was gesteld, en bepaalden de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het röntgenonderzoek. Vervolgens stuurden we patiënten een algemene vragenlijst en 2 schoudervragenlijsten, de ‘Western Ontario rotator cuff’ (WORC) en de ‘Disabilities of the arm, shoulder and hand’ (DASH), om de klinische langetermijnuitkomsten te bepalen. Met logistische regressie analyseerden we de relatie tussen de aanvangskenmerken en de langetermijnuitkomsten.

Resultaten

De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 49 jaar (SD: 10,0), 60% was vrouw, bij 66% was de dominante arm aangedaan en bij 21% was de RCCT bilateraal. De gemiddelde grootte van de calcificaties was 18,7 mm (SD: 10,1; intraklassecorrelatiecoëfficiënt (ICC): 0,84; p < 0,001), met een gemiddelde ligging van 10,1 mm (SD: 11,8; ICC: 0,77; p < 0,001) mediaal ten opzichte van het acromion; 32% van de calcificaties had de Gärtner-classificatie type I (κ: 0,47; p < 0,001). Na een gemiddelde follow-upduur van 14 jaar (SD: 7,1) was de mediane WORC-score 72,5 (uitersten: 3-100) en de mediane DASH-score 17,0 (uitersten: 0-82). Vrouwelijk geslacht, dominante arm aangedaan, beide armen aangedaan, langere klachtenduur bij presentatie en de aanwezigheid van meerdere calcificaties waren gerelateerd aan slechtere langetermijnuitkomsten.

Conclusie

RCCT gaat niet altijd vanzelf over. Radiologische afwijkingen hebben geen significante voorspellende waarde. Wij vonden diverse prognostische factoren voor minder goede langetermijnuitkomsten; bij patiënten met deze kenmerken moet intensievere follow-up en behandeling worden overwogen.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in European Radiology (2016;26:3401-11) met als titel ‘Radiological and clinical predictors of long-term outcome in rotator cuff calcific tendinitis’. Afgedrukt met toestemming.

Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden.

Afd. Orthopedie: dr. P.B. de Witte, arts-onderzoeker (thans: aios orthopedie, HagaZiekenhuis, Den Haag); drs. J.W. Selten, student (thans: arts-onderzoeker, Erasmus MC, afd. Heelkunde, Rotterdam); drs. J. Nagels en prof.dr. R.G.H.H. Nelissen, orthopedisch chirurgen.

Afd. Epidemiologie: drs. R.A. van Adrichem, arts-onderzoeker (thans: aios orthopedie).

Afd. Radiologie: dr. M. Reijnierse, radioloog.

Contactpersoon: dr. P.B. de Witte (p.b.de_witte@lumc.nl).

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning voor dit artikel: dit onderzoek is als onderdeel van een groter project gefinancierd door ZonMw (projectnummer 40-00703-98-8564) en het Reumafonds (subsidienummer 09-1-303).

Verantwoording

Dr. Suzanne Cannegieter, LUMC, afd. Epidemiologie, hielp bij de statistische analyses; Koos Mistrate Haarhuis en Jan Molenaar hielpen bij het identificeren van patiënten met de relevante diagnostische codes; en Aart Westerlaken, Anneke Lapaer en Ingrid Groenendijk, allen LUMC, afd. Radiologie, droegen bij aan het verzamelen van de röntgenfoto’s.

Auteur Belangenverstrengeling
Pieter Bas de Witte ICMJE-formulier
Raymond A. van Adrichem ICMJE-formulier
Jasmijn W. Selten ICMJE-formulier
Jochem Nagels ICMJE-formulier
Monique Reijnierse ICMJE-formulier
Rob G.H.H. Nelissen ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties