Verband tussen regels en de slaap

Digitale-mediagebruik en slaap bij jongeren

Een tiener met een beugel en een pet op kijkt lachend naar de telefoon in zijn hand.
Simone de Poot
Margreet W. Harskamp-van Ginkel
Tanja G.M. Vrijkotte
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:D6618
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of het stellen van regels door ouders over de hoeveelheid digitale-mediagebruik geassocieerd is met de slaap van Nederlandse jongeren, en of dit indirect komt door daadwerkelijk minder gebruik van digitale media.

Opzet

Dwarsdoorsnede-onderzoek

Methode

In 2019 hebben jongeren en ouders van de ‘Amsterdam born children and their development’(ABCD)-studie vragenlijsten ingevuld rond de leeftijd van 15-16 jaar (n = 1369; 56% meisjes). Ouders en jongeren rapporteerden of er thuis regels golden omtrent de hoeveelheid digitale-mediagebruik. Jongeren rapporteerden tevens hun dagelijkse hoeveelheid digitale-mediagebruik, slaapduur, bedtijd en slaapkwaliteit volgens de ‘Pittsburgh sleep quality index’ (PSQI). Met multivariabele regressie-analyse onderzochten we de associatie tussen regels in huis en de slaapduur, bedtijd en slaapkwaliteit van jongeren. Ook keken we met mediatie-analyse of de regels in huis ook indirect geassocieerd waren met de slaap door de invloed op de hoeveelheid digitale-mediagebruik.

Resultaten

Het stellen van regels omtrent digitale-mediagebruik was gerelateerd aan slaapduur; jongeren sliepen gemiddeld 6,8 minuten langer (95%-BI: 0,1-13,5) bij ‘inconsistent ervaren regels’ en 18,5 minuten langer (95%-BI: 9,2-27,8) bij ‘consistent aanwezige regels’ dan in gezinnen zonder regels. Ook was het stellen van regels gerelateerd aan bedtijd; jongeren sliepen gemiddeld 10 minuten vroeger (95%-BI: -17 - -4) bij inconsistent ervaren regels en 29 minuten vroeger (95%-BI:-38 - -2) bij consistent aanwezige regels. Het stellen van regels was niet direct geassocieerd met slaapkwaliteit. Indirect waren regels in huis geassocieerd met een langere slaapduur, vroegere bedtijd én betere slaapkwaliteit door een daadwerkelijke vermindering van het dagelijkse digitale-mediagebruik.

Conclusie

Het stellen van regels door ouders over de hoeveelheid digitale-mediagebruik is geassocieerd met een betere slaap van jongeren. Dit wordt deels verklaard door een daadwerkelijke vermindering van het digitale-mediagebruik.

Auteursinformatie

GGD Hart voor Brabant, ’s Hertogenbosch: S. de Poot, MSc, arts maatschappij en gezondheid, profiel jeugd. Amsterdam UMC, afd. Public and Occupational Health, Amsterdam Public Health Research Institute, Amsterdam: Margreet W. Harskamp-van Ginkel, MSc, MPH, arts maatschappij en gezondheid, profiel jeugd; dr. Tanja G.M. Vrijkotte, epidemioloog.

Contact S. de Poot (s.de.poot@ggdhvb.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Simone de Poot ICMJE-formulier
Margreet W. Harskamp-van Ginkel ICMJE-formulier
Tanja G.M. Vrijkotte ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Public Health
Dit artikel wordt besproken inSchermtijd bij jongeren en psychische gezondheid vluchtelingen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Piet
van Loon

Indrukwekkend onderzoek, maar wordt er niet een biologische slag gemist? Digitaal mediagebruik gebeurd altijd bijna bewegingsloos, meest in zeer ongezonde zithoudingen. Van zitten is genoegzaam uitgezocht, dat dit het hele stofwisselingsproces "in slaapstand zet". Waar bleef de preventiekennis bij ouders en andere opvoeders over het enorme nut voor je gezondheid om veel (buiten) te spelen. Hypokinesie en zitten samen zijn bekende veroorzakers van suboptimale lichaamsontwikkeling, ongezonde houdingen, stijve ruggen en veel te korte spieren als die niet goed gebruikt worden. Ook darmen en longen floreren meer bij veel beweging in de hele groeifase. Om maar niet te zwijgen van het nut voor het CZS.  Dit uit zich nu al in enorme incidentie stijgingen van musculoskeletale aandoeningen, in de groeifase vooral de blessures, de rugpijn, de spierpijn en snelle vermoeidheid. Door dat spelen, sporten en buitenzijn voor het bedtijd is, wordt doorbloeding en stofwisseling geoptimaliseerd en zal een slaapprobleem zelden of nooit optreden. Ik denk dat kinderen graag van deze gezondheidsslag zouden willen horen omdat het voor hen begrijpelijke problemen oplevert, die ze om zich heen zien, als ze niet zelf werk gaan maken van meer en gezond ( buitenspelen, yoga, gymnastiek, dansen etc) bewegen. En actief leren zitten, niet onderuitgezakt. "Daar wordt je zo krom als een hoepel van" leerde ik al van mijn moeder en de meester op school. 

Piet van Loon
Literatuur
  1. Parízková J., The Role of Motor and Nutritional Individuality in Childhood Obesity: Coll. Antropol. 36 (2012) 1: 23–29 (Centre for Obesity Management, Institute of Endocrinology, Prague, Czech Republic).
  2.  van Loon P.J.M.; Grotenhuis J.A;Weinans H ;Soeterbroek A : De Gameboygeneratie verleert haar gezonde houding. Medisch Contact 2013, augustus 1, 1602-1604

  3. Corbin CB and Noble L. Flexibility, A Major Component of Physical Fitness; Journal of Physical Education and Recreation  Volume 51, 1980 - Issue 6; 23-60