Evaluatie van de implementatie van de nieuwe richtlijn ‘Delier’

Niet elk delierprotocol in ziekenhuizen is up-to-date

Onderzoek
Zippora H.A. Kentin
Paul L.J. Dautzenberg
Hendrik M. Boelens
Sophia E.J.A. de Rooij
Barbara C. van Munster
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D151
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken in welke mate de essentiële wijzigingen in de nieuwe richtlijn ‘Delier voor volwassenen en ouderen’, die in april 2014 verscheen, zijn opgenomen in lokale ziekenhuisprotocollen om daarmee een inschatting te geven van de gevolgen hiervan voor de patiënt.

Opzet

Kwantitatief onderzoek.

Methode

We verzamelden protocollen van Nederlandse ziekenhuizen vóór (september-december 2012) en na het verschijnen van de richtlijn (maart-juli 2015). We vergeleken de protocollen op het gebied van basiszorg voor patiënten met een delier wat betreft screening, diagnostiek, behandeling en nazorg, en op organisatorisch vlak.

Resultaten

Van de 80 benaderde ziekenhuizen konden we 57 (71%) protocollen includeren. In 16 (28%) van deze protocollen was de richtlijn verwerkt. Screening op het delierrisico met de Veiligheidsmanagementsysteem-vragenlijst was beschreven in 29 (51%) protocollen en screening met de Deliriumobservatiescreeningschaal in 52 (91%). Een terughoudend beleid ten aanzien van antipsychoticagebruik was beschreven in 12/53 (23%) protocollen, maar in 21/53 (40%) was de haloperidoldosering hoger dan geadviseerd. Nazorg was beschreven in 40 (70%) protocollen. Organisatie van de delierzorg, zoals het beperken van consultatie tot complexe casussen, stond in 33/57 (58%) van de protocollen.

Conclusie

15 maanden na het verschijnen was de richtlijn in slechts ruim een kwart van de protocollen verwerkt. Bij behandeling van patiënten met een delier kan dit geleid hebben tot overbehandeling met antipsychotica. Daarnaast lijkt basisdelierzorg nog niet beschouwd te worden als de verantwoordelijkheid van iedere medisch specialist in het ziekenhuis.

Auteursinformatie

Gelre ziekenhuizen, afd. Geriatrie, Apeldoorn.

Z.H.A. Kentin, MSc, aios ouderengeneeskunde (tevens: Radboudumc, afd. Eerstelijnsgeneeskunde Vervolgopleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde Nijmegen (VOSON), Nijmegen); drs. H.M. Boelens, geriater; dr. B.C. van Munster, internist-geriater (tevens: UMCG, afd. Interne geneeskunde, Universitair Centrum Ouderengeneeskunde, Groningen).

Jeroen Bosch Ziekenhuis, afd. Geriatrie, ’s-Hertogenbosch.

Dr. P.L.J. Dautzenberg, geriater.

UMCG, afd. Interne geneeskunde, Universitair Centrum Ouderengeneeskunde, Groningen.

Prof.dr. S.E.J.A. de Rooij, internist-geriater (tevens: AMC, afd. Geriatrie, Amsterdam).

Contact Z.H.A. Kentin, MSc (poortje.kentin@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Zippora H.A. Kentin ICMJE-formulier
Paul L.J. Dautzenberg ICMJE-formulier
Hendrik M. Boelens ICMJE-formulier
Sophia E.J.A. de Rooij ICMJE-formulier
Barbara C. van Munster ICMJE-formulier
Valkuilen bij onderzoek naar richtlijnimplementatie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties