Diabetes en ramadan: hoe wordt vastenkeuze gemaakt?

Lara Harmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:C5116

Bij diabetes luidt het advies doorgaans niet te vasten. Veel islamitische patiënten doen dat tijdens de ramadan toch, soms zonder dit met hun behandelaar te bespreken. Siham Bouchareb en collega’s van het Amsterdam UMC onderzochten welke beweegredenen daarbij meespelen.

artikel

De islamitische vastenmaand begint in 2022 – afhankelijk van de stand van de maan – op 1 of 2 april. Wie eraan meedoet, onthoudt zich van dageraad tot zonsondergang van eten, drinken, seks, roken en medicijnen. De Koran zegt dat moslims die ziek zijn, niet hoeven te vasten. Toch vast zo’n 79-95% van de moslims met diabetes type 2. Dit ondanks het nodige risico op acute complicaties.

Bouchareb en collega’s verrichtten in 2018 en 2019 een kwalitatieve studie om uit te zoeken hoe moslims met diabetes beslissen of ze wel of niet vasten tijdens de ramadan (PLoS ONE. 2021;17:e0263088). Tijdens 15 focusgroepen in Amsterdam, Den Haag en Leiden spraken zij 73 deelnemers. Van hen was 82,2% van Marokkaanse afkomst en 64,4% vrouw; 93,2% had diabetes type 2. De focusgroepen werden gehouden in het Marokkaans-Arabisch, Riffijns of Turks, en de groepen waren zo homogeen mogelijk wat betreft afkomst en geslacht van de deelnemers. Van de deelnemers gaf 72,6% aan te vasten tijdens de ramadan.

Volgens de onderzoekers spelen 4 thema’s een rol bij het besluit om al dan niet te vasten:

a) Waarden en overtuigingen met betrekking tot de ramadan. Zo twijfelden sommige deelnemers over de vraag of hun diabetes ernstig genoeg was om vrijstelling te hebben van het vasten. Ook gaven sommigen aan erop te vertrouwen dat vasten goed voor ze was zolang Allah ze de kracht gaf om het vol te houden.

b) Ervaringen en emoties rondom de ramadan. Zo wilden deelnemers genieten van het ‘ramadan-gevoel’ met de familie, of voelden ze schaamte als ze niet vastten.

c) Ziekteperceptie. Deelnemers dachten bijvoorbeeld dat vasten moet kunnen op jonge leeftijd, als men zich gezond voelt, wanneer alleen orale medicatie wordt gebruikt of bij afwezigheid van comorbiditeit of complicaties.

d) Advies van behandelaars, imams en familie. Maar ook als hun behandelaar vasten had afgeraden, deden deelnemers het vaak toch – en ze vertelden dat hun behandelaar niet altijd. De deelnemers gaven aan ‘eigen dokter’ te zijn en te willen proberen te vasten.

De onderzoekers onderscheiden 3 stadia in het stoppen met vasten. Zolang er nog positieve ervaringen zijn met vasten, zetten mensen met diabetes het voort. Zodra vasten fysiek uitdagender wordt, gaat vastberadenheid om toch te blijven vasten een rol spelen; mensen zoeken hun grenzen op. Wanneer ze fysiek hun limiet hebben bereikt, stoppen ze. Maar dit laatste stadium blijkt niet altijd definitief: ook deelnemers die inmiddels niet meer vastten, gaven aan dat zij soms weer een poging tot vasten deden.

De onderzoekers concluderen dat patiënten het besluit al dan niet te vasten zien als een persoonlijke keuze en dat het daarom belangrijk is dat artsen gezamenlijke besluitvorming toepassen in het gesprek over de ramadan. Ze adviseren om te vragen naar de eerdere ervaringen met vasten en om daar zo veel mogelijk op aan te sluiten in voorlichting en advies. Ook is het van belang om zowel vastende als niet-vastende moslims met diabetes voorlichting te geven over zelfmanagement van diabetes tijdens de ramadan. In de ‘Toolkit diabetes en ramadan’ van de Nederlandse Diabetes Federatie is onder andere cultuursensitief patiëntenvoorlichtingsmateriaal te vinden. Dit is tevens geschikt voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties