Weer en maanstand beïnvloeden behoefte aan spoedeisende hulp

Niet alleen het weer, maar ook de stand van de maan is van invloed op het aantal behandelingen op de spoedeisende hulp (SEH). Dat blijkt uit onderzoek van Wouter Stomp en collega’s in The Journal of Trauma-Injury, Infection, and Critical Care (2009;67:1103-8). De Groningse onderzoekers kwamen tot deze conclusie na analyse van 354.150 patiënten die in een periode van 36 jaar, ofwel 13.149 dagen, op de SEH van het UMCG werden gezien. Daarvoor koppelden zij de ongevallenregistratie van het ziekenhuis aan de dagelijkse weergegevens van het KNMI (vliegveld Eelde). Ook berekenden zij voor elke ongevalsdag de maanstand.

Bij goede weersomstandigheden, wat het geval was bij 16,5% van de dagen, werden 10,1% meer trauma’s behandeld dan op dagen met gewoon weer. Slecht weer (16,1% van de dagen) resulteerde in 2,8% minder SEH-bezoek. Dit verschil was iets groter als alleen naar het bezoek van kinderen werd gekeken. Bij volle maan lag het aantal SEH-bezoeken 2,1% lager dan op dagen met nieuwe maan.

Deze resultaten zijn tegengesteld aan de oorspronkelijke verwachting van de onderzoekers. Waarschijnlijk heeft de toename in drukte te maken met het feit dat bij relatief goed weer meer mensen op pad gaan voor sport of andere activiteiten. De maanstand is van invloed door de hoeveelheid licht en het zicht tijdens de nachtelijke uren. Maar de onderzoekers houden een slag om de arm, want het is een bekend gegeven dat zowel het weer als de maanstand het gedrag kan beïnvloeden, hetgeen een weerslag kan hebben op het aantal trauma’s. Dat verband hebben de Groningers niet onderzocht.

De uitkomsten van het onderzoek geven wellicht enig inzicht in de factoren die de drukte op een SEH bepalen, zodat een ziekenhuis daarop in de toekomst mogelijk bedacht kan zijn.