Haar moeder had me er al voor gewaarschuwd. Ze was doodsbang voor het laten afnemen van bloed nadat het een aantal jaar geleden een keer mis was gegaan met prikken. Het 10-jarige meisje had veel pijn gehad tijdens de prik. Ze had er een dikke blauwe plek aan overgehouden waar ze nog dagen last van had gehad. Trillend zat ze op het stoeltje voor me en weigerde steevast iedere naald. ‘Ik wil nooit meer door iemand geprikt worden,’ zei ze stellig terwijl ze tegenstribbelend met haar armen over elkaar tegenover me op de stoel zat. Ze vond het bloedprikken simpelweg eng en wilde nooit meer iets soortgelijks meemaken. Toch moest ik wel bloed afnemen, anders konden we haar ook niet helpen. Aan haar vaten lag het niet, want die waren prima zichtbaar en ik was ervan overtuigd dat ik in een keer raak zou prikken. Alleen hoe krijg ik haar zover dat ze de prik überhaupt wil ondergaan?
‘Hoe win je het vertrouwen van iemand met enorme prikangst?’
Een aantal geruststellende zinnetjes die ik hier en daar opgepikt had uit verschillende communicatiepractica schoten door mijn hoofd. Toch twijfelde ik over de beste aanpak. Ik had immers nooit echt onderwijs gehad over hoe je het vertrouwen van een jong meisje met enorme prikangst kon winnen. Ook wilde ik niet door mijn woordkeuze haar weerstand nog meer aanwakkeren. Was het een slim plan om te zeggen dat de afname van het bloed maar enkele seconden zou duren? Moest ik haar afleiden door te vragen naar haar hobby’s, of activiteiten op school die ze leuk vond?
Wikkend en wegend besloot ik het gesprek over een andere boeg te gooien door veelal negatief geladen woorden als ‘pijn’ zoveel mogelijk te vermijden en te vervangen door positievere zoals ‘onprettig.’ Ook hoopte ik dat ik door te stimuleren wat ik juist wél graag van haar zou willen zien de bloedafname voor haar zou vergemakkelijken. ‘Als jij je arm zo stil laat liggen als je nu doet, dan zal het snel klaar zijn,’ vertrouwde ik haar toe. ‘We doen dit samen.’ Uiteindelijk kreeg ik het – tot mijn eigen verbazing – toch voor elkaar om een paar buisjes bloed af te nemen... Misschien is letten op mijn woordkeuze toch niet zo’n slecht idee?
Katinka Gerrits (23) is geneeskundestudent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en loopt op dit moment haar coschappen in het VUmc.