‘Opzouten’

Hinke Schokker

‘Vrouw van 75, opgenomen na verzwakking en val in huis, heeft 2 dagen op de grond gelegen.’ Het is een van de vele patiënten die voorbij komen in de ochtendoverdracht bij de interne geneeskunde waar ik stage loop. Zo'n overdracht roept allerlei vragen op. Waarom viel ze? En waarom bleef ze twee dagen op de grond liggen? Hoe kan het dat er niemand in de buurt was die haar snel vond?

Nu ik een aantal weken bij de interne werk, klinkt zo’n casus al minder raadselachtig: een aanzienlijk deel van de patiënten bestaat uit kwetsbare ouderen die thuis vallen en verzwakt in het ziekenhuis komen. De reden van de val is vaak algehele zwakte dan wel duizeligheid bij orthostatische hypotensie met als luxerende factor een infectie of andere onderliggende ziekte. Dit zijn ideale patiënten voor een coassistent omdat de somatiek vaak divers is.

De patiënt wordt naar de afdeling gebracht waar ik haar mag zien. Ik loop naar haar bed en zie een bleke vrouw met een slecht verzorgd gebit. Ik vraag hoe het gaat en ze reageert meteen wat kortaf: deze vraag heeft ze vandaag toch al tien keer eerder gehad? Ze geeft aan geen klachten te hebben. Ik houd mijn hart vast; het is een antwoord dat je liever niet hoort van iemand die juist van alles mankeert. Daarnaast is dit het typische antwoord van iemand die liever zonder zorg thuis blijft.

De alarmbellen gaan rinkelen; er speelt waarschijnlijk veel meer dan een simpele pneumonie. Het blijkt dat ze eenzaam is geraakt na het overlijden van haar dierbaren. Ze woont in een vervuild huis en kwam de laatste weken niet uit het huis omdat ze te verzwakt was. Het had een van die mensen kunnen zijn die je soms in het nieuws voorbij hoort komen: ‘Oudere vrouw ligt maanden dood in huis, buren hadden niets door.’ Op de valreep liep het anders. Nadat ze twee weken geen boodschappen meer had kunnen doen en twee dagen op de grond had gelegen, besloot ze uiteindelijk toch de huisarts te bellen. Enkele uren later lag ze in het ziekenhuis.

‘Het vragenvuur van de arts werkt haar op de zenuwen’

Zoals bij een groot deel van de patiënten op de interne zijn de lichamelijke klachten het topje van de ijsberg. Er spelen veel meer problemen die niet opgelost worden door de patiënt te behandelen voor de aandoeningen waarmee ze binnen komen. Bij deze patiënte speelt er meer dan een simpele pneumonie, maar ze weigert mee te werken aan de meest simpele zaken, zoals wassen en oefeningen doen met de fysiotherapeut. Als ik haar uitleg dat we aanvullend onderzoek willen doen om uit te zoeken waarom de bloedarmoede toeneemt, weigert ze: ze is te vermoeid en ziet het niet zitten. De internist biedt aan om voor mij het gesprek met haar te voeren; zijn grijze haren helpen vast om haar over te halen de onderzoeken in te gaan. Niets blijkt minder waar en het vragenvuur van de arts werkt haar op de zenuwen. Bij de vraag wat ze het liefste wil dat wij doen, is het antwoord duidelijk: ‘Opzouten’. De arts benoemt dat als ze geen onderzoeken wil, er geen andere optie is dan dat ze met een comfortbeleid naar een verpleeghuis gaat. Ik krijg er een ongemakkelijk gevoel bij omdat ze aangeeft wel behandeld te willen worden maar het niet lijkt te kunnen overzien.

Er worden gesprekken in gang gezet met de maatschappelijk werker, psychiater en geriater, en ineens word ik gebeld door de geriater. Na een goed gesprek kwam boven water waar haar weerstand op berustte en wil ze toch de aanvullende onderzoeken ondergaan. Zo blijkt maar weer: somatiek is maar een stukje van de puzzel!


Hinke heeft natuurkunde gestudeerd en heeft jaren gewerkt – onder andere als onderzoeker – voordat ze in 2021 via de zijinstroom begon met geneeskunde. Ze zit nu in de laatste maanden van de studie en is oudste coassistent in het UMCG op de SEH.