Onzekerheid negeren is hét recept om te leren

Portret Diederik Paijens

Terwijl menig leeftijdsgenoot in Amsterdam zich nog eenmaal omdraait in bed, stap ik mijn voordeur uit. Als geneeskundestudent in de wachttijd werk ik momenteel als doktersassistent. In de welgeteld twee minuten durende wandeling naar de huisartsenpraktijk blik ik glimlachend terug op de eerste week.

Na een ochtendje ingewerkt te zijn neem ik na de dagstart plaats achter de computer. Koptelefoon op, HIS opstarten en laat die telefoontjes maar komen. Toch kijk ik even naar links. Een collega assistente, 36 jaar in het vak, zit lekker achterover een patiënt vrolijk te woord te staan met een grote cappuccino in de hand. Een licht vleugje onzekerheid bekruipt mij. Er schieten gedachten door mijn hoofd als: hebben de artsen en praktijkmanager die mij hebben aangenomen wel door dat ik geen idee heb wat ik hier doe? Alsof er een duiveltje op mijn schouder zachtjes in mijn oor fluistert.

“Plotseling schreeuwt het duiveltje weer: ‘Weet je dat zeker?’’’

‘Nee. Huppakee, doe je werk’, schreeuwt het engeltje op mijn andere schouder. Rustig recht ik mijn rug en neem de telefoon op. Een bezorgde moeder die belt voor haar dochter van zes jaar. Sinds drie dagen verkouden, hoesten, temperatuur van 37.8, eet en drinkt goed, geen benauwdheid en ook geen alarmsymptomen voor een enge vorm van kanker. Prima uitgevraagd, al zeg ik het zelf. Alsof het een trainingsacteur uit de bachelor was. Enige dat rest is geruststellen, uitleg geven en vertellen wanneer ze weer contact zou moeten opnemen. Plotseling schreeuwt het duiveltje weer dwars door mijn koptelefoon heen. ‘Weet je dat zeker? Ga je dat arme meisje geen afspraak geven? Je gaat haar toch niet aan een sluimerende longembolie laten overlijden?’ De onzekerheid lijkt mij persoonlijk niet helemaal terecht, maar toch ga ik even overleggen met een collega.

Oké gelukkig, geen reden tot zorg. Maar voordat ik het volgende telefoontje aanneem vloeit weer een kleine dosis onzekerheid door mijn aderen. Ik neem mezelf voor dit direct te negeren. En nog een keer, en weer opnieuw. Resultaat van de dag: gezamenlijk 140 telefoontjes. Van een gestoten kleine teen, een psychotische patiënt die mishandeld wordt door de overheid met elektromagnetische kernwapens tot een eenzame oudere die voor het eerst in vier dagen gewoon een stem wilde horen. Die middag zat ik daar, lekker achterover een patiënt vrolijk te woord te staan, met een cappuccino die ik niet lust in de hand. Toch een steile leercurve.


Diederik Paijens (23) is geneeskundestudent aan de VU. Hij is tijdens zijn wachttijd werkzaam als doktersassistent bij een huisartsenpraktijk en onderzoeksassistent bij de HPB-chirurgie in het Amsterdam UMC.