Dit voorjaar was ik met mijn eega in Arizona. De strakblauwe lucht over het roodbruine, rotsachtige landschap van de woestijn waar wij ons in bevonden deed me denken aan Mars; het was er ook net zo koud. Ik had het weer verkeerd ingeschat en droeg een winterjas over mijn korte broek. Ik zag er dus behoorlijk toeristisch uit.
Aan het eind van een stoffige weg werden we begroet door een kleine, inheemse Navajo. Ze vroeg of we een tour wilden langs de beroemde dinopootafdrukken. Dat was een retorische vraag, want er was verder niets te doen op deze barre zandvlakte. Een tikkeltje nonchalant wees ze links en rechts naar afdrukken die 200 miljoen jaar geleden waren achtergelaten door die verschrikkelijke hagedissen. De dino's, inmiddels al een tijdje dood, waren door een samenkomst van geografische omstandigheden vereeuwigd in de grond onder ons. Maar het leek ons alsof ze ieder moment konden terugkomen.
‘Het lijkt alsof hij ieder moment terug kan komen’
Tijdens de rondleiding dwaalden mijn gedachten af naar mijn opa. Hij overleed eerder dit jaar aan de gevolgen van een longontsteking. Ook hij heeft zijn afdruk achtergelaten. Op een leren bank in een Zuid-Hollandse woonkamer vind je vandaag de dag nog steeds een omtrek in de vorm van zijn achterwerk. Precies op de plek waar hij jarenlang zijn dag begon en eindigde met een sigaret. Als ik die afdruk zie, krijg ik steeds het gevoel dat ook hij ieder moment terug kan komen. Vervolgens dacht ik aan het feit dat hij zo bang was om dood te gaan. En ook aan de manier waarop hij, toen het moment daar was, zijn einde met opgeheven hoofd tegemoetging.
Nu ik, op de rijpe leeftijd van vijfentwintig, na een lange werkdag regelmatig thuiskom met lage rugklachten wordt het me langzaam maar zeker duidelijk dat ook mijn leven een keer ophoudt. Als arts wordt er tijdens de stervensfase regelmatig naar me gekeken als rots in de branding. Maar het spelen van die rol als rots is meestal bluf. Eerlijk gezegd ben ik hartstikke bang om dood te gaan: ik was al bang voor de dood toen ik tien was en ben dat nog steeds. Voor altijd is namelijk best lang. Ik vraag me af of ik als arts wel angst mag hebben voor de dood. Doodgaan hoort erbij, onsterfelijkheid is vooralsnog toekomstmuziek. Waarschijnlijk niet eens zo interessant: tot in de oneindigheid werken en belasting betalen. Ik ga maar mijn eigen manier vinden om niet vergeten te worden. Jammer, ik heb geen leren bank.
David de Groot (25) is basisarts en werkt als arts-assistent (ANIOS) bij de interne geneeskunde.