Kan jij het je nog herinneren? De eerste keer dat je als eerste in het ziekenhuis een patiënt onderzocht waarvan je direct wist dat het foute boel was?
Het bericht waarmee de huisarts de patiënt instuurde was al zorgwekkend. Progressief krachtsverlies en coördinatiestoornissen met een maligniteit in de voorgeschiedenis. Na kennis gemaakt te hebben met deze bijzonder vriendelijke patiënt, bevestigt de anamnese de zorgen van de huisarts. Voeg hier een hemiparese, forse ataxie en een overduidelijke Babinski reflex aan toe en alle alarmbellen gaan af.
‘Mijn overdracht gaat een achtbaan van narigheid in gang zetten’
Nadat ik de patiënt gesproken en onderzocht heb werk ik de status uit. Aangezien de arts-assistent elders is heb ik een moment voor mezelf. Ik besef direct dat ik met mijn overdracht een achtbaan van narigheid in gang ga zetten die geen gelukkig einde kent. Een ware stilte voor de storm. Na kort overleg deelt de arts-assistent mijn zorgen en wordt er beeldvorming van het hoofd verkregen. Al snel wordt duidelijk dat alle rode vlaggen geen loos alarm betekenden. Een fors ruimte-innemend proces, het best passend bij een hersenmetastase van een primaire longtumor.
Als wij dit slechte nieuws gaan vertellen klopt de arts-assistent voorzichtig op de deur van de kamer. Bij binnenkomst pakt de patiënt de hand van zijn zus wat steviger vast. De patiënt kijkt mij aan en knikt vriendelijk. Ik voel dat er tijdens het eerste consult al een band van vertrouwen, comfort en respect is ontstaan. Maar achter die vriendelijke knik verraadt de blik in de ogen het besef van aankomend slecht nieuws, alsof hij mijn gedachten al kon lezen.
Niet veel later is mijn avonddienst klaar en begin ik mijn treinreis naar huis. Het voelt raar, om voor de eerste keer het leven van een patiënt volledig ondersteboven te gooien. Iemand te confronteren met het naderende levenseinde, en daarna het ziekenhuis uit te lopen en mijn eigen leven te vervolgen alsof er niets is gebeurd. In de dagen daarna komt deze patiënt nog wel eens voorbij in mijn gedachten. Maar zelfs in een zes weken durend coschap vervagen namen, gezichten en verhalen. Zoals dat hoort te gaan.
Diederik Paijens (25) is geneeskundestudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en loopt op dit moment zijn coschappen.