De dropaffaire

David de Groot

Ik zal maar met de deur in huis vallen: ik heb snoep gestolen van een oudere patiënt. Maar wacht, voor u deze pagina sluit en een brief naar het tuchtcollege stuurt, laat me eerst het hoe en waarom schetsen. Op onze afdeling lag een mevrouw met buikpijn door een onbekende oorzaak. Lang verhaal kort, het bleek uiteindelijk te gaan om een geperforeerde darm. Als een goed afgerichte assistent sleet ik onze patiënte reflexmatig aan de chirurgie. Ze zou worden geopereerd en moest nuchter gehouden worden. Dit moest wel nog even aan haar worden verteld.

In bed lag een oude, maar gelukkig niet zo zieke, vrouw. Bij binnenkomst verscheen er een glimlach op haar vriendelijke, gerimpelde gezicht. Boven haar bed hing al een briefje met ‘nuchter’ in blokletters geschreven. Ik vertelde over het gaatje in haar darm en dat ze geopereerd moest worden. Ze schrok maar begreep het. In mijn ooghoek zag ik een halfleeg zakje suikervrije drop liggen. ‘Heeft u daarvan gegeten?’, vroeg ik streng. ‘Nee hoor’, zei de mevrouw met een overduidelijk volle mond. Misschien dacht ze dat ik het niet zag, ze hield in ieder geval stug vol. ‘Zal ik deze anders wegleggen, dan weten we zeker dat u er niet per ongeluk ervan gaat snoepen.’ Ze knikte instemmend. Dropje: functie elders.

‘Ik maakte die keuze voor haar; een nogal betuttelende actie van mij’

Nu weet ik dat je als arts voor ethische dilemma’s komt te staan, ik had alleen nooit gedacht dat het hem juist in de kleine dingen zit. Begrijp me niet verkeerd, ik ben een groot voorstander van het recht op zelfbeschikking, ‘shared decision-making’ en dat soort zaken. Toch heb ik vrij paternalistisch gehandeld. De letterlijke definitie van paternalisme luidt het inperken van vrijheden (zoals dropjes) ten goede van zijn of haar eigen bestwil. Het slaat op de klassieke rolverdeling waarin de man aan het hoofd stond van, nou eigenlijk alles. Een behoorlijk conservatieve term dus.

Was het in het belang van de patiënt om haar snoepjes weg te nemen? In zekere zin wel, hiermee heb ik haar behoed voor het gevaar van aspiratie tijdens de operatie. Het feit blijft dat ik die keuze voor haar heb gemaakt; een nogal betuttelende actie van mij. Zou zij niet de keuze mogen hebben om door te snoepen, wetende welk gevaar daar bij komt kijken? Drop kan immers ook worden gezien als kwaliteit van leven. Met onze patiënt is gelukkig alles goed afgelopen. De volgende dag lag er naast het halflege zakje een nieuwe voorraad snoep naast haar bed. Ben ik dan te paternalistisch geweest? Ik vind het behoorlijk meevallen, de dropjes heb ik verder niet aangeraakt. Ik lust het niet eens.


David de Groot (25) is basisarts en werkt als arts-assistent (ANIOS) bij de interne geneeskunde.