Patiënten met COPD die niet in aanmerking komen voor continue zuurstoftherapie hebben ’s nachts vaak een verlaagde zuurstofsaturatie. Is nachtelijke zuurstoftoediening zinvol bij deze patiënten? En wat zijn de indicaties en voorwaarden voor continue zuurstoftherapie?
Het gerandomiseerde onderzoek van Yves Lacasse en collega’s, dat elders in het NTvG wordt beschreven, is opgezet om antwoord te geven op de belangrijke vraag of langdurige nachtelijke zuurstoftoediening zinvol is bij patiënten met COPD bij wie de zuurstofsaturatie ’s nachts daalt, maar die niet in aanmerking komen voor continue zuurstoftherapie.1 De studiepopulatie betrof een uiterst selecte groep patiënten. Bovendien verliep de inclusie problematisch, waardoor het beoogde aantal van 600 patiënten – 300 in beide groepen – niet kon worden behaald.
Uit de interim-analyse bleek dat nachtelijke zuurstoftoediening geen voordeel opleverde ten opzichte van nachtelijke toediening van een placebo. Dit gold voor zowel de primaire uitkomstmaat, die was samengesteld uit overlijden (ongeacht de doodsoorzaak) en de noodzaak van continue zuurstoftherapie, als de secundaire uitkomstmaten, zoals de kwaliteit van leven en het aantal exacerbaties en ziekenhuisopnamen. Omdat de studie ‘underpowered’ was om het effect van nachtelijke zuurstoftoediening betrouwbaar te testen…
Reacties