Voeding en voedingstoestand van vrouwelijke somatische verpleeghuispatiënten

Onderzoek
P. van Houten
M.R.H. Löwik
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:227-31
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen in hoeverre de consumptie van energie en voedingsstoffen adequaat is bij oudere vrouwelijke somatische verpleeghuispatiënten en welke oorzaken voor een eventuele marginale voorziening kunnen bestaan.

Plaats

Een somatisch verpleeghuis, een naburige serviceflat en een groep zelfstandig wonenden in Zeist.

Opzet

Descriptief dwarsdoorsnede-onderzoek.

Methoden

Bij 51 vrouwelijke verpleeghuispatiënten (respons 65), 29 serviceflatbewoonsters (respons 56) en 52 zelfstandig wonende vrouwen werden gegevens vastgelegd over voedselconsumptie, antropometrische waarden en voedingsstatusindicatoren. De voedingstoestand van de groepen werd onderling beschouwd en vergeleken met de aanbevolen hoeveelheden en grenswaarden.

Resultaten

De gemiddelde dagelijkse inname van energie was met 5,9 MJ (SD: 1,4) bij de verpleeghuisbewoonsters lager dan wordt aanbevolen (7,8 MJ). De gemiddelden voor de antropometrische variabelen verschilden niet significant tussen de groepen. Dit suggereerde dat de lagere energieconsumptie in overeenstemming was met de lagere behoefte. Er werden vooral in de verpleeghuisgroep lage bloedwaarden aangetroffen van foliumzuur, vitamine B6, 25-hydroxyvitamine D, vitamine C en selenium. Dit werd vooral toegeschreven aan een geringe voedselconsumptie en ongunstige voedselkeuze (relatief weinig groenten en fruit; relatief veel margarine en snoep). Ook geringe lichamelijke activiteit en ziekteprocessen speelden waarschijnlijk een rol.

Conclusie

De gevonden lage bloednutriëntenwaarden waren het gevolg van weinig eten, voedselkeuze en waarschijnlijk gezondheidstoestand. Enkele preventieve maatregelen zijn: meer lichaamsbeweging (waar mogelijk), goede voorlichting, aanbieden van voedingsmiddelen met hogere voedingsstoffendichtheid, meerkeuzemenu's en adequate rapportage aan arts of diëtist als verstrekt voedsel nauwelijks wordt genuttigd.

Auteursinformatie

Verpleeghuis Vreugdehof, De Klencke 111, 1083 HH Amsterdam.

P.van Houten (tevens: Vrije Universiteit, vakgroep Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde, Amsterdam), verpleeghuisarts.

Instituut voor Toxicologie en Voeding TNO, Zeist.

Dr.ir.M.R.H.Löwik, voedingskundige.

Contact P.van Houten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties