Tweede tumoren na behandeling van de ziekte van Hodgkin

Klinische praktijk
R. Somers
F.E. van Leeuwen
B.G. Taal
P. van Heerde
B. Coster
A.A.M. Hart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1358-62
Abstract

Samenvatting

Het voorkomen van tweede tumoren en de risicofactoren die bijdragen aan het krijgen ervan werden onderzocht bij 744 patiënten die tussen 1966 en 1983 in het Nederlands Kanker Instituut behandeld werden wegens de ziekte van Hodgkin. In deze groep kregen 16 patiënten leukemie, 6 myelodysplasie, 9 non-Hodgkin-lymfoom en 33 solide tumoren, waarvan 14 longcarcinomen. Voor al deze tweede tumoren was het waargenomen aantal statistisch significant hoger dan het verwachte aantal. Het risico van secundaire leukemie was 46 maal zo hoog, van het non-Hodgkin-lymfoom 31 maal en van het longcarcinoom 5 maal. Voor leukemie werd het hoogste risico 5-10 jaar na diagnose van de ziekte van Hodgkin gevonden.

Voor het ontstaan van secundaire leukemie waren intensiteit van de chemotherapie, leeftijd en ook splenectomie onafhankelijke risicofactoren. Het risico van een secundair non-Hodgkin-lymfoom werd beïnvloed door de combinatie van radiotherapie en chemotherapie, bij het longcarcinoom speelde radiotherapie de belangrijkste rol.

Auteursinformatie

Het Nederlands Kanker InstituutAntoni van Leeuwenhoek Huis, Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam.

R. Somers, internist; mw.ir.F.E.van Leeuwen, epidemioloog; mw.dr.B.G. Taal, gastro-enteroloog; dr. P. van Heerde, patholoog-anatoom; B. Coster, datamanager en ir.A.A.M. Hart, statisticus.

Contact dr.S.G.Th. Hulst, klinisch directeur

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties