Descriptief onderzoek onder de 2 grootste groepen asielzoekers

Tuberculose bij asielzoekers in Nederland

Onderzoek
Gerard de Vries
Roald F. Gerritsen
Jan L. van Burg
Connie G.M. Erkens
N.A.H. (Rob) van Hest
Henrieke J. Schimmel
Jaap T. van Dissel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D51
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken wat de prevalentie en incidentie zijn van tuberculose (tbc) bij de 2 grootste groepen asielzoekers in Nederland, namelijk Syriërs en Eritreeërs/Ethiopiërs.

Opzet

Descriptief onderzoek.

Methode

We verzamelden screeningsgegevens van Syrische en Eritrese/Ethiopische asielzoekers uit de periode januari 2013-september 2015 en koppelden deze aan de meldingsgegevens van tbc in het Nederlands Tuberculose Register.

Resultaten

Asielzoekers uit Syrië en Eritrea/Ethiopië vertegenwoordigden in 2014 en de eerste 9 maanden van 2015 respectievelijk 65 en 72% van alle asielaanvragen. Bij 14 Syrische asielzoekers die tijdens de studieperiode asiel aanvroegen werd tbc vastgesteld. De prevalentie van de binnenkomstscreening was 22 per 100.000 gescreende personen (95%-BI: 10-44), terwijl de incidentie in het eerste jaar na aankomst 19 per 100.000 personen was (95%-BI: 3-62). Bij 133 Eritrese/Ethiopische asielzoekers die tijdens de studieperiode asiel aanvroegen werd tbc gediagnosticeerd. De prevalentie van de binnenkomstscreening was bij hen 283 per 100.000 gescreende personen (95%-BI: 198-393) en de incidentie in het eerste jaar na aankomst was 1394 per 100.000 personen (95%-BI: 1095-1751).

Conclusie

De afgelopen 2 jaar kwamen de meeste asielzoekers uit Syrië en bij hen komt tbc relatief weinig voor. Onder Eritrese/Ethiopische asielzoekers zijn de prevalentie en incidentie in het eerste jaar in Nederland echter hoog, wat doet vermoeden dat vele recent geïnfecteerd zijn in het land van herkomst of tijdens de reis. Andere interventies, zoals screening op een latente infectie, zijn nodig om tbc bij asielzoekers uit hoog-endemische gebieden te voorkomen en de incidentie van deze ziekte in Nederland verder terug te dringen.

Auteursinformatie

KNCV Tuberculosefonds, Team Nederland & Eliminatie, Den Haag.

Dr. G. de Vries, arts maatschappij en gezondheid en epidemioloog (tevens: RIVM, Centrum Infectieziektebestrijding, Bilthoven); drs. C.G.M. Erkens, arts maatschappij en gezondheid.

GGD Hart voor Brabant, afd. Tuberculosebestrijding, Tilburg.

Drs. R.F. Gerritsen, arts maatschappij en gezondheid in opleiding.

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, Den Haag.

Drs. J.L. van Burg, arts maatschappij en gezondheid.

GGD Rotterdam-Rijnmond, afd. Tuberculosebestrijding, Rotterdam en GGD Groningen, afd. Tuberculosebestrijding, Groningen.

Dr. N.A.H. van Hest, arts maatschappij en gezondheid en epidemioloog.

RIVM, Centrum Infectieziektebestrijding, Bilthoven.

Drs. H.J. Schimmel, cultureel antropoloog; prof.dr. J.T. van Dissel, internist-infectioloog.

Contact dr. G. de Vries (gerard.devries@kncvtbc.org)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Gerard de Vries ICMJE-formulier
Roald F. Gerritsen ICMJE-formulier
Jan L. van Burg ICMJE-formulier
Connie G.M. Erkens ICMJE-formulier
N.A.H. (Rob) van Hest ICMJE-formulier
Henrieke J. Schimmel ICMJE-formulier
Jaap T. van Dissel ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties