Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Stoornis in de lichaamsbeleving bij 3-8% van de patiënten op de poliklinieken Dermatologie en Plastische Chirurgie

Onderzoek
N.C.C. Vulink
V. Sigurdsson
M. Kon
C.A.F.M. Bruijnzeel-Koomen
H.G.M. Westenberg
D. Denys
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:97-3
Abstract
Abstract
Sluiten
Body dysmorphic disorder in 3-8% of patients in outpatient dermatology and plastic surgery clinics

To determine the 6-month prevalence of body dysmorphic disorder (BDD) in outpatient clinics of dermatology and plastic surgery in a university medical centre.

Design

Questionnaire study.

Method

In the period January 2004-June 2004, the self-reported Body dysmorphic disorder questionnaire was completed by 530 and 475 new patients in the outpatient clinics of dermatology and plastic surgery, respectively. The dermatologist or plastic surgeon assessed the severity of the defect. To meet the DSM-IV criteria for BDD, the patient must have been preoccupied with treatment of all or part of their appearance, experienced obvious suffering or restriction of function with minimal or no defect present (defect score 1 or 2).

Results

In the outpatient clinics of dermatology and plastic surgery 8.5 (95 CI: 6.1-10.9) and 3.2 (95 CI: 1.7-4.7) of patients screened positive for BDD, respectively.

Conclusion

A high prevalence of BDD was found in the outpatient clinics of dermatology and plastic surgery. Because dermatologists and plastic surgeons do not often recognise BDD, a simple screening tool is needed.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:97-100

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de halfjaarsprevalentie van een stoornis in de lichaamsbeleving (‘body dysmorphic disorder’; BDD) op de poliklinieken Dermatologie en Plastische Chirurgie van een universitair medisch centrum.

Opzet

Vragenlijstonderzoek.

Methode

In de periode januari 2004-juni 2004 vulden alle 530 nieuw aangemelde patiënten op de polikliniek Dermatologie en 475 op de polikliniek Plastische Chirurgie een zelf-invulvragenlijst in, namelijk de ‘Body dysmorphic disorder questionnaire’. De dermatoloog of de plastisch chirurg beoordeelde vervolgens de ernst van het defect. Om aan de DSM-IV-criteria van BDD te voldoen moest een patiënt gepreoccupeerd zijn met de zorgen om (een deel van) het uiterlijk, duidelijk lijden ondervinden of beperkingen in het functioneren. Daarnaast mocht er geen afwijking of slechts een minimale afwijking aanwezig zijn (defectscore 1 of 2).

Resultaten

Van de patiënten op de polikliniek Dermatologie had 8,5 (95-BI: 6,1-10,9) een positieve uitslag voor BDD en op de polikliniek Plastische Chirurgie 3,2 (95-BI: 1,7-4,7).

Conclusie

Op de poliklinieken Dermatologie en Plastische Chirurgie was er een aanzienlijke halfjaarsprevalentie van BDD. Omdat BDD door de somatisch specialist vaak niet wordt herkend, is een eenvoudig screeningsinstrument gewenst.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:97-100

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 2 2006

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:97-3
Vakgebied
Chirurgie
Dermatologie
GGZ
Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, B.01.206, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen, afd. Psychiatrie: mw.N.C.C.Vulink, assistent-geneeskundige; hr.H.G.M.Westenberg, psychofarmacoloog; hr.dr.D.Denys, psychiater.

Afd. Dermatologie: hr.V.Sigurdsson en mw.prof.dr.C.A.F.M.Bruijnzeel-Koomen, dermatologen.

Afd. Plastische Chirurgie: hr.prof.dr.M.Kon, plastisch chirurg.

Contact mw.N.C.C.Vulink (n.c.c.vulink@azu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties