Percentielgrenzen voor geboortegewicht van vroeggeborenen moeten worden herzien

Onderzoek
A.L. Kwan
S.P. Verloove-Vanhorick
R.A. Verwey
R. Brand
J.H. Ruys
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:519-22
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of de geboortegewichtscurven (‘Amsterdamse groeicurven’) van Kloosterman, gebaseerd op gegevens uit 1931-1965, voor vroeggeborenen nog steeds van toepassing zijn.

Opzet

Inventariserend onderzoek.

Plaats

Nederland.

Methode

De gegevens werden ontleend aan het ‘project onderzoek praematuritas en small for gestational age’ (POPS), verricht in 1983. De onderzoeksgroep bestond uit 855 blanke kinderen met een zwangerschapsduur van 24-31 weken.

Resultaten

De percentages kinderen ‘small for gestational age’ (SGA) waren bij vrijwel iedere zwangerschapsduur hoger dan 10, terwijl ze per definitie 10 zouden moeten bedragen; de percentages kinderen ‘large for gestational age’ (LGA) waren veel lager dan 10. Ook na uitsluiting van electieve geboorten bleven de percentages afwijkend.

Conclusie

Deze verschuivingen in de verdeling van geboortegewichten zijn waarschijnlijk vooral het gevolg van veranderingen in de hedendaagse verloskunde. De geboortegewichtspercentielgrenzen zullen voor vroeggeborenen opnieuw vastgesteld moeten worden.

Auteursinformatie

Ziekenhuis Bronovo, afd. Verloskunde en Gynaecologie, 's-Gravenhage.

TNO Preventie en Gezondheid, afd. Collectieve Preventie (Jeugd en Gezondheid), Postbus 124, 2300 AC Leiden.

Mw.prof.dr.S.P.Verloove-Vanhorick, kinderarts.

Rijksuniversiteit, afd. Medische Statistiek, Leiden.

Dr.R.Brand, statisticus.

Academisch Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Neonatologisch Centrum, Leiden.

Prof.dr.J.H.Ruys, kinderarts.

Contact Mw.A.L.Kwan, assistent-geneeskundige; dr.R.A.Verwey, gynaecoloog

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties