Palliatieve zorg

Media
A. de Graeff
G.M. Hesselmann
R.J.A. Krol
M.B. Kuyper
E.H. Verhagen
E.J. Vollaard
S.J. Swart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:159

artikel

Palliatieve zorg. Richtlijnen voor de praktijk. Onder redactie van A.de Graeff, G.M.Hesselmann, R.J.A.Krol, M.B.Kuyper, E.H.Verhagen en E.J.Vollaard. 768 bl., fig., tabellen. Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC), Utrecht 2006. ISBN 90-72175-37-9. Prijs: geb. € 39,95.

Het stimuleringsprogramma van het ministerie van VWS heeft in het laatste decennium van de vorige eeuw een belangrijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van de palliatieve zorgverlening. Al enige jaren daaraan voorafgaande was door de Werkgroep Palliatieve Zorg van het Integraal Kankercentrum Midden-Nederland een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van symptomen in de palliatieve fase. Samenwerking met de werkgroep Quapal van het Integraal Kankercentrum Oost leidde uiteindelijk tot de totstandkoming van het onderhavige boek, dat 31 richtlijnen bevat. De richtlijnen zijn deels ziektegericht (bijvoorbeeld amyotrofe laterale sclerose, diepe veneuze trombose en longembolie), deels symptoomgericht (bijvoorbeeld hik, jeuk en pijn) en voor een ander deel gericht op binnen de palliatieve zorg belangrijke thema’s, zoals complementaire zorg, existentiële crisis, mantelzorg en rouw. Ook richtlijnen rond vraagstukken in de laatste levensfase (palliatieve sedatie en euthanasie ) zijn opgenomen.

Iedere richtlijn is volgens eenzelfde systematiek geschreven (inleiding, epidemiologie, pathofysiologie, etiologie, diagnostiek, beleid, literatuur), wat het boek prettig leesbaar maakt. Indien van toepassing bevatten de richtlijnen bijlagen die van praktisch nut zijn: ze zijn gericht op technisch handelen (bijvoorbeeld protocollen voor hypodermoclyse of ascitespunctie thuis), of op herkenning van psychopathologie (bijvoorbeeld delirium observatieschaal; DOS), of behulpzaam bij het in kaart brengen van de ziektetoestand (bijvoorbeeld karnofskyindex en klachtendagboek). Op deze wijze wordt de ondertitel ‘Richtlijnen voor de praktijk’ ruimschoots waargemaakt. In de inleiding van het boek staat vermeld dat die praktijk ruim opgevat wordt: patiëntenzorg, onderwijs en bijscholingen en consultatie. Maar zoals voor alle richtlijnen geldt: in de praktijk zal de afweging gemaakt moeten worden of de richtlijn van toepassing is op de situatie en binnen de context van de patiënt. Dit betekent dat zowel (verpleeg)huisartsen en medisch specialisten als artsen in opleiding hun voordeel met dit boek kunnen doen, maar dat het boek vooral een meerwaarde heeft voor alle zorgverleners die in de praktijk werken met patiënten die palliatieve zorg behoeven.

Het boek biedt veel meer dan antwoorden op de vraag hoe een bepaald symptoom behandeld kan worden: in de richtlijnen wordt duidelijk gemaakt dat lichamelijke klachten alleen adequaat verlicht kunnen worden als ook aandacht wordt geschonken aan psychische, sociale en zingevings- of betekenisvragen. In het voorwoord wordt aangegeven dat het boek 32 nieuwe richtlijnen bevat. Ik heb er slechts 31 kunnen tellen. Daarom een suggestie voor een volgende (praktische) richtlijn: subcutane toediening van medicatie.

Het zakboekje is gebaseerd op de richtlijnen uit het boek, aangevuld met enkele andere onderwerpen (bijvoorbeeld slapeloosheid en transpireren). Het is bedoeld voor de dagelijkse praktijk en past in de jaszak. De uitgangspunten van palliatieve zorg indachtig wordt bij de beschrijving van de onderwerpen in het zakboekje steeds als eerste ingegaan op de ‘betekenis voor de patiënt’.

Tien jaar geleden keken Nederlanders nog veelvuldig over de landsgrenzen voor de ontwikkeling van palliatieve zorg. Met deze twee op de praktijk gerichte boeken staan belangrijke (richtlijn)ontwikkelingen binnen de palliatieve zorg in Nederland op de kaart.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties