Mogen patiënten met een mechanische hartkunstklep een MRI-onderzoek ondergaan?

Klinische praktijk
B.A.J.M. de Mol
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1215
Download PDF

artikel

VRAAG 2. Graag vraag ik uw aandacht voor een probleem dat bij mijn weten nog niet in het Tijdschrift ter sprake is gekomen. Het betreft de vraag of patiënten met een mechanische hartkunstklep een MRI-onderzoek mogen ondergaan. Er komen steeds meer mensen met een mechanische hartkunstklep en MRI wordt steeds vaker toegepast bij een diagnostisch probleem.

ANTWOORD. Er zijn geen mechanische hartklepprothesen die een zodanige hoeveelheid ferromateriaal bevatten dat ze elektromagnetisch zijn in de klassieke zin van het woord. Het merendeel van de hartklepprothesen, met name de tweebladige, zoals van het type St. Jude Medical, bevatten voornamelijk een keramisch materiaal op basis van geperste koolstof, genaamd pyrolietcarbon. Bij enkele modellen is er een dunne titaniumhoudende ring ter versteviging aangebracht. Deze is radiopaak en zorgt er ook voor dat de hartklepprothese oplicht bij conventioneel röntgenonderzoek.

Recentelijk onderzochten wij 58 patiënten met diverse soorten prothesen.1 Ook hartklepprothesen van het zogenoemde ‘tilting disk’-type bevatten in de ring nauwelijks ferromagnetisch materiaal. Ze bestaan voornamelijk uit hetzij een chroom- of kobaltlegering, hetzij een titaniumlegering.

Het is echter bekend dat vrijwel alle materialen interfereren met een magnetisch veld van een MRI. Er wordt dus zeker ‘energie’ ofwel een ‘kracht’ op de kleppen uitgeoefend. Deze heeft echter geen consequenties voor het openings- en sluitingsgedrag noch voor de fixatie van de klep. De MRI-systemen die op dit moment in Nederland functioneren, hebben een veldsterkte van 1,5 Tesla. Voor onderzoeksdoeleinden komen een enkele keer MRI-systemen met een sterkte van 3 Tesla voor (Academisch Medisch Centrum, Amsterdam). Echter, in het algemeen wordt ernaar gestreefd om dezelfde of betere beeldvormende resultaten te bereiken met een nog lagere veldsterkte, van 0,5 Tesla. Recent klinisch onderzoek naar het brein bij hartkunstklepdragers leverde geen nadelige effecten van blootstelling aan het MRI-apparaat op. Mogelijk dat bij veldsterkten tussen 5 en 10 Tesla het zogenoemde Lenz-effect een invloed kan hebben op het bewegingsgedrag van de klep.2 Dit is voorlopig een theoretische discussie.

Kortom, in tegenstelling tot patiënten met een pacemaker kunnen dragers van mechanische hartkleppen elke gebruikelijke vorm van onderzoek met de huidige generatie van MRI-apparaten ondergaan, ook een onderzoek van de thorax.

Literatuur
  1. Gorp MJ van, Graaf Y van der, Mol BAJM de, Bakker CJ,Witkamp TD, Ramos LM, et al. Björk-Shiley convexoconcave valves:susceptibility artifacts at brain MR imaging and mechanical valve fractures.Radiology 2004;230:709-14.

  2. Robertson NM, Diaz-Gomez M, Condon B. Estimation of torqueon mechanical heart valves due to magnetic resonance imaging including anestimation of the significance of the Lenz effect using a computationalmodel. Phys Med Biol 2000;45:3793-807.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties