Meerlingen: een blijvend probleem bij kunstmatige voortplantingstechnieken

Klinische praktijk
A.J.M. Huisjes
H.W. Bruinse
R.P.M. Steegers-Theunissen
J.M.W.M. Merkus
G.H.A. Visser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2290-3
Abstract

Samenvatting

- Kunstmatige voortplantingstechnieken zoals in-vitrofertilisatie (IVF), ovulatie-inductie en ovariële hyperstimulatie, al dan niet met inseminatie, hebben tot een sterke groei van het aantal meerlingen geleid.

- Door de hoge frequentie van vroeggeboorte is de morbiditeit bij meerlingkinderen hoog, met name bij de grote meerlingen (drie of meer kinderen). De grote psychosociale belasting van de betreffende gezinnen wordt vaak onderschat.

- In 1990 werden grote meerlingen vooral na IVF geboren. Hoewel het aantal IVF-behandelingen sindsdien meer is gestegen dan dat van andere kunstmatige voortplantingstechnieken, ontstaan momenteel de meeste grote meerlingen door ovariële hyperstimulatie.

- Sinds het begin van de jaren negentig lijkt het aantal grote meerlingen zich te stabiliseren, maar de plotselinge verdubbeling van tweelinggeboorten na toepassing van kunstmatige voortplantingstechnieken leidt tot een verdere stijging van het aantal ernstig premature meerlingkinderen.

- Door grotere terughoudendheid bij de behandeling met hyperstimulatie dient het aantal (grote) meerlinggeboorten te worden verminderd.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Mw.A.J.M.Huisjes, dr.H.W.Bruinse en prof.dr.G.H.A.Visser, gynaecologen.

Academisch Ziekenhuis St. Radboud, Nijmegen.

Afd. Epidemiologie: mw.dr.R.P.M.Steegers-Theunissen, arts-epidemioloog.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: prof.dr.J.M.W.M.Merkus, gynaecoloog.

Contact mw.A.J.M.Huisjes

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties