Hoogste tijd voor een rookvrije horeca: de argumenten stapelen zich op

Perspectief
R.J. Hassink
L.J.A. Franke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:488-91
Abstract
Download PDF

Samenvatting

Zowel actief als passief roken is een bekende oorzaak van ziekte, onder meer van respiratoire en cardiovasculaire ziekte en ook van kanker. In 2004 is door de Nederlandse overheid een nieuwe wetgeving geïntroduceerd die het roken op het werk aan banden legt. Desalniettemin is roken nog steeds toegestaan in horecagelegenheden, terwijl twee derde van de Nederlanders het initiatief om roken in openbare gelegenheden volledig aan banden te leggen onderschrijft. Diverse andere Europese landen en Amerikaanse staten hebben al wetgeving die roken op die plaatsen verbiedt. Onderzoek in die gebieden wijst uit dat het rookverbod geen negatieve economische effecten heeft. Bovendien hebben verschillende studies inmiddels laten zien dat het rookverbod een positief effect heeft op de volksgezondheid, zelfs op de korte termijn, met onder meer een duidelijke afname van respiratoire en cardiovasculaire ziekten. Daarom is er geen enkele reden meer om in Nederland de horeca uit te zonderen van het rookverbod dat geldt in openbare gelegenheden.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:488-91

artikel

Onlangs pleitte Peters voor het verder terugdringen van roken in openbare gelegenheden, ook in de horeca, op grond van onder meer een groot patiënt-controleonderzoek in 52 landen.1 2 In dit artikel plaatsen wij die informatie in een breder perspectief, met name door, naast de gezondheidseffecten, de maatschappelijke en de economische argumenten voor een verdere terugdringing van roken in publieksruimten voor het voetlicht te brengen.

Het verband tussen ziekte en passief roken is veelvuldig onderzocht. In 1998 werd een grote meta-analyse uitgevoerd van 106 onderzoeken die dit verband bestudeerden.3 Slechts één factor had een voorspellende waarde voor het niet bestaan van een samenhang tussen passief roken en ziekte: het feit dat de auteurs van een in de meta-analyse opgenomen artikel een belangrijke relatie onderhielden met de tabaksindustrie. Slechts in 1 van de 75 studies waarvan de auteurs geen aantoonbare relatie hadden met deze bedrijfstak vond men geen verband tussen meeroken en ziekte.

Dat passief roken het risico op luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten en kanker verhoogt, is al vele jaren onomstotelijk bewezen.4 5 Daarom is het verbod op roken in publieksruimten niet alleen een logische, maar ook een noodzakelijke maatregel ter preventie van ziekten. De invoering van de rookvrije werkplek is in Nederland sedert 1 januari 2004 een feit. Sindsdien bestaat echter nog altijd de belangrijke politieke en maatschappelijke discussie over de vraag hoe werknemers en gasten van horecagelegenheden in Nederland kunnen worden beschermd tegen blootstelling aan tabaksrook.

De minister van Volksgezondheid heeft in 2004 een stappenplan gepubliceerd dat uiteindelijk moet leiden tot een rookvrije horeca. Aan dit uiteindelijk te behalen doel ligt een zelfreguleringstraject ten grondslag, met daarin maatregelen die de horeca op korte termijn kan uitvoeren. Een totaal rookverbod is echter de enige manier om blootstelling aan tabaksrook te voorkómen. De vraag rijst waarom deze zo eenvoudige en effectieve maatregel nog niet is getroffen. Wellicht was het bewijs van gezondheidswinst door een rookverbod in publieksruimten en dus ook in de horeca nog onvoldoende geleverd. Dankzij recente studies die zijn uitgevoerd in landen waar al wél een totaal rookverbod geldt, zijn wij thans goed in staat om het gunstige effect van dit verbod op de volksgezondheid te onderbouwen.

De gezondheidswinst van een rookverbod in publieksruimten

Om gezondheidswinst te behalen moet allereerst de blootstelling aan tabaksrook sterk worden verminderd.

Betere longfunctie

Uit onderzoek uitgevoerd in de Verenigde Staten, Ierland en Noorwegen kwam naar voren dat na invoering van een rookverbod in bars en restaurants niet alleen de concentratie nicotinebestanddelen in de omgevingslucht, maar ook die in het speeksel en de urine van de horecamedewerkers significant daalde.6-8 Dit ging gepaard met aanzienlijk minder respiratoire klachten, zoals hoesten en dyspneu, met afname van irritatie van ogen, neus, keel en luchtwegen en met een verbetering van de longfunctie. Overigens rapporteerden de geënquêteerden ook een verminderde blootstelling aan rook buiten de werkplek, waaronder thuis.

De suggestie dat een horecarookverbod zou leiden tot een toename van het roken elders, waaronder thuis, lijkt vanwege deze bevinding dus ongegrond. In Italië is sinds de invoering van een totaal rookverbod in 2005 het roken van sigaretten met 8 afgenomen.9 Eerder bleek het rookverbod op de werkvloer in New York bij een aanzienlijk aantal rokers te leiden tot het stoppen met roken. Zij die het roken voortzetten, rookten bovendien aanzienlijk minder sigaretten.10 In de Amerikaanse staat Massachusetts bleek het rookverbod in de horeca ook een effectief middel te zijn om het roken onder de jeugd van 12-17 jaar sterk te verminderen.

In een recente studie rapporteerden onderzoekers de effecten van het rookverbod in bars op barmedewerkers.11 Er trad een aanzienlijke daling op in de blootstelling aan nicotine, hetgeen ook bleek uit de concentratie van cotinine, een ‘biomarker’ van nicotine, in het serum. Respiratoire symptomen en irritatie van de slijmvliezen verminderden in korte tijd aanzienlijk. Dit ging gepaard met een significante verbetering van de longfunctie. Dit laatste gold vooral ook voor astmatische barmedewerkers: het geforceerde expiratoire 1-secondevolume (FEV1) steeg al na 1 maand met 15 en biomarkers voor een actieve luchtwegontsteking daalden fors; de kwaliteit van leven steeg bij deze werknemers aanzienlijk.

Minder acuut myocardinfarct

In het plaatsje Helena, in de Amerikaanse staat Montana, gold in 2002 gedurende 6 maanden een totaal rookverbod in alle openbare ruimten.12 Na een halfjaar wisten tegenstanders deze maatregel via de rechter weer om te buigen. Maar de rookvrije periode bood wel de mogelijkheid om het effect te meten van het rookverbod en van het weer afschaffen daarvan, op ziekenhuisopnamen vanwege acuut myocardinfarct. Tijdens de 6 maanden durende rookvrije periode was er een afname in het aantal opnamen van 40 ten opzichte van vergelijkbare perioden in daaraan voorafgaande jaren en ook in het jaar volgend op het rookverbod. Ook hier bleek weer dat het niet blootgesteld worden aan rook niet alleen op de lange termijn, maar ook op zeer korte termijn gunstige effecten heeft.

In een recente, soortgelijke, maar dan groter opgezette studie, uitgevoerd in Pueblo te Colorado, werd na een verbod op roken in openbare ruimten, waaronder bars en restaurants, een afname van het aantal acute myocardinfarcten van 27 geconstateerd.13 In de buursteden waar geen tabaksverbod werd ingesteld, werd geen verandering in de incidentie van acute hartinfarcten gezien.

Het effect van het rookverbod op het aantal acute hartinfarcten kan men, zoals hierboven al werd vermeld, deels verklaren door een afname van het aantal gerookte sigaretten door rokers, maar ook door de verminderde blootstelling aan rook bij niet-rokers. Het is bekend dat tabaksrook zowel bij actieve als bij passieve rokers binnen zeer korte tijd, dat wil zeggen na circa 30 min, nadelige effecten heeft op de functie van de bloedplaatjes, het vasculaire endotheel en de hartslagvariatie, en daardoor bijdraagt aan een toename van het aantal acute myocardinfarcten.14 Ook was al bekend dat een niet-roker die samenwoont met een roker 30 meer kans heeft op een ischemische hartziekte dan een niet-roker die nooit blootstaat aan tabaksrook. In een recente studie, uitgevoerd in de regio Piemonte in Noord-Italië, werd als gevolg van het antirookbeleid een afname van 11 in ziekenhuisopnamen wegens een acuut myocardinfarct beschreven. De onderzoekers berekenden dat bij de rokersgroep de ziekenhuisopnamen daalden met 0,7 en dat de overige 10,3 daling in de opnamen was toe te schrijven aan de afname van passief roken.15

Alle reden voor een totaal rookverbod in de nederlandse horeca

Mede door de sterke horeca- en tabakslobby is het lastig om het rookbeleid in de horeca om te buigen, zo lazen wij eerder in de ‘Berichten’ in het Tijdschrift (2006:1475-6).

Geen teruglopende aantallen horecabezoekers

Onderzoekers uit de Verenigde Staten en Australië voerden een kwaliteitsanalyse uit van 90 wereldwijd verschenen onderzoeken over de economische effecten van een rookvrije horeca.16 De conclusie luidde dat een rookvrije horeca de branche geen banen kost. In enkele gevallen levert een rookverbod zelfs werkgelegenheid op. De onderzoekers concludeerden dan ook dat maatregelen om het personeel en de bezoekers in horecagelegenheden te beschermen tegen tabaksrook geen negatieve economische gevolgen hebben.

Ook in Italië werd geen terugloop in het horecabezoek waargenomen na invoering van het rookverbod.9 Met andere woorden, het werkgelegenheidsargument is een non-issue. Deze conclusie staat in contrast met de claims uit de horecabranche. Opmerkelijk was ook dat de zwak uitgevoerde studies en de onderzoeken die negatieve economische gevolgen voorspelden, gefinancierd waren door de tabaksindustrie.

Zoals gezegd leidt meeroken dus tot gezondheidsschade en vroegtijdige sterfte. Ook de tabaksfabrikant onderkent heden ten dage het ziekmakende karakter van zijn product, al zou de tekst ‘(ook passief) roken is dodelijk’ op de verpakking hierover nog meer duidelijkheid scheppen. Deze harde realiteit zou overigens ook niet misstaan als waarschuwing op de deur van iedere horecagelegenheid in ons land waar roken wordt toegestaan, zo blijkt uit bovenstaande gegevens.

Tot nog toe legt de politiek de verantwoordelijkheid voor de in de horeca te nemen maatregelen, waaronder het realiseren van een goede ventilatie en rookvrije zones, in handen van de uitbaters. Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is overigens gebleken dat ventilatiesystemen maar 50-80 van de rook verwijderen. In het hierboven genoemde stappenplan staat onder andere vermeld dat in 2006 40 van de cafés in Nederland op zijn minst een rookvrije zone moet hebben. In 2008 moet driekwart van de cafés een rookvrije zone hebben. Soortgelijke maatregelen worden voorgesteld voor restaurants, hotels, fastfoodbedrijven en discotheken.

Echter, in eerdere Kamerdebatten kwam al aan het licht dat de horeca zich niet aan de afspraken houdt. Een door ons gehouden steekproef wees uit dat slechts 17 van 100 bezochte cafés in de druk bezochte stadsharten van Utrecht, Nijmegen en Den Bosch in december 2006 een rookvrije zone had. Hierbij moet worden opgemerkt dat ‘rookvrije zone’ hier betekent dat binnen één en dezelfde ruimte aan enkele tafeltjes niet, en aan de overige tafels wel gerookt mag worden; dit in tegenstelling tot een ‘rookvrije ruimte’ die volledig is afgesloten van een rookruimte. In slechts 1 van de 100 cafés troffen wij een (door Koninklijk Horeca Nederland als zodanig bestempelde) rookvrije ruimte aan, die overigens toch nog in open verbinding stond met de daarnaast gelegen rookruimte. Compleet rookvrije kroegen vonden wij niet (nadere gegevens over deze steekproef kan men opvragen bij de auteurs).

Een totaal rookverbod geldt al in onder andere Ierland – sinds 2004 het eerste land met een dergelijk verbod – Italië, Schotland, Zweden en Noorwegen. Zeer binnenkort volgen Engeland, Frankrijk en België. Uit onderzoek van de belangenvereniging Clean Air Nederland bleek dat in december 2006 65 van de Nederlanders vóór een rookvrije horeca was (www.cleanairnederland.nl/asp/nieuws.asp?ID=513&offset=10). Dit percentage groeit. Sinds de invoering van het totale rookverbod in Italië staat 90 van de Italiaanse bevolking achter dit besluit.9 Met andere woorden, de overgrote meerderheid van de bevolking is vóór een rookverbod.

Wij concluderen dat nu niet alleen vaststaat dat passief roken slecht is voor de gezondheid, maar óók dat het instellen van een rookverbod in publieke ruimten, waaronder horecagelegenheden, binnen korte tijd aanzienlijke gezondheidswinst oplevert. Er bestaat bij het publiek een ruime en groeiende steun vóór een dergelijk verbod. Daarnaast blijken economische bezwaren tegen een totaal rookverbod ongegrond. De horeca in Nederland treft onvoldoende maatregelen om het roken te ontmoedigen en draagt daarom bij aan de verspreiding van eenvoudig te voorkomen ziekten en voortijdig overlijden. De politiek heeft de maatschappelijke verantwoordelijkheid om per direct een compleet rookverbod in de Nederlandse horeca af te kondigen en heeft daartoe ook de middelen. Er bestaat geen enkele reden om daar nog langer mee te wachten.

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Literatuur
  1. Peters JG. Nieuwe wetenschappelijke argumenten voor het verder terugdringen van tabaksgebruik, ook in horecagelegenheden. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:167-8.

  2. Teo KK, Ounpuu S, Hawken S, Pandey MR, Valentin V, Hunt D, et al. Tobacco use and risk of myocardial infarction in 52 countries in the INTERHEART study: a case-control study. INTERHEART Study Investigators. Lancet. 2006;368:647-58.

  3. Barnes DE, Bero LA. Why review articles on the health effects of passive smoking reach different conclusions. JAMA. 1998;279:1566-70.

  4. The health consequences of involuntary exposure to tobacco smoke: a report of the surgeon general. Atlanta: US Department of Health and Human Services, Centers for Disease Control and Prevention, Coordinating Center for Health Promotion, National Center for Chronic Disease Prevention and Health Promotion, Office on Smoking and Health; 2006.

  5. Verheugt FWA. Passief roken en het risico op coronaire hartziekte. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:645-7.

  6. Eisner MD, Smith AK, Blanc PD. Bartenders’ respiratory health after establishment of smoke-free bars and taverns. JAMA. 1998;280:1909-14.

  7. Allwright S, Paul G, Greiner B, Mullally BJ, Pursell L, Kelly A, et al. Legislation for smoke-free workplaces and health of bar workers in Ireland: before and after study. BMJ. 2005;331:1117.

  8. Ellingsen DG, Fladseth G, Daae HL, Gjolstad M, Kjaerheim K, Skogstad M, et al. Airborne exposure and biological monitoring of bar and restaurant workers before and after the introduction of a smoking ban. J Environ Monit. 2006;8:362-8.

  9. Gallus S, Zuccaro P, Colombo P, Apolone G, Pacifici R, Garattini S, et al. Effects of new smoking regulations in Italy. Ann Oncol. 2006;17:346-7.

  10. Bauer JE, Hyland A, Li Q, Steger C, Cummings KM. A longitudinal assessment of the impact of smoke-free worksite policies on tobacco use. Am J Public Health. 2005;95:1024-9.

  11. Menzies D, Nair A, Williamson PA, Schembri S, al-Khairalla MZ, Barnes M, et al. Respiratory symptoms, pulmonary function, and markers of inflammation among bar workers before and after a legislative ban on smoking in public places. JAMA. 2006;296:1742-8.

  12. Sargent RP, Shepard RM, Glantz SA. Reduced incidence of admissions for myocardial infarction associated with public smoking ban: before and after study. BMJ. 2004;328:977-80.

  13. Bartecchi C, Alsever RN, Nevin-Woods C, Thomas WM, Estacio RO, Bartelson BB, et al. Reduction in the incidence of acute myocardial infarction associated with a citywide smoking ordinance. Circulation. 2006;114:1490-6.

  14. Barnoya J, Glantz SA. Cardiovascular effects of secondhand smoke: nearly as large as smoking. Circulation. 2005;111:2684-98.

  15. Barone-Adesi F, Vizzini L, Merletti F, Richiardi L. Short-term effects of Italian smoking regulation on rates of hospital admission for acute myocardial infarction. Eur Heart J. 2006;27:2468-72.

  16. Scollo M, Lal A, Hyland A, Glantz SA. Review of the quality of studies on the economic effects of smoke-free policies on the hospitality industry. Tob Control. 2003;12:13-20.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Cardiologie, Utrecht.

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Huisartsgeneeskunde, Nijmegen.

Mw.L.J.A.Franke, huisarts in opleiding.

Contact Hr.dr.R.J.Hassink, assistent-geneeskundige (rjhassink@wanadoo.nl)

Ook interessant

Reacties