Het functioneren van de patiënt; klinimetrie in de huisartspraktijk

Klinische praktijk
C. van Weel
B. Meijboom-de Jong
H. van Weert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1039-43

Klinimetrie (het vaststellen en het meten van symptomen, lichamelijke verschijnselen en andere niet in maat en getal uitgedrukte klinische verschijnselen) staat sterk in de belangstelling, ook in de huisartsgeneeskunde.1 Er is een grote behoefte aan duidelijke maten om het beloop van ziekten en de effecten van behandelingen te kunnen vastleggen. Dit is van betekenis voor de intercollegiale toetsing en voor het patiënt-gebonden onderzoek in de huisartspraktijk.2-5 Inzicht in de doeltreffendheid van het geneeskundig handelen vormt immers een essentiële voorwaarde voor het opstellen van normen, protocollen en richtlijnen voor het geneeskundig handelen van de huisarts. Een groot aantal ziektebeelden wordt uitsluitend door de huisarts behandeld.4 Verwijzing brengt selectie met zich mee, zodat de in eerste en tweede lijn behandelde patiënten met een zelfde aandoening niet zonder meer vergelijkbaar zijn.45

Dit artikel doet verslag van een voor de huisartspraktijk ontwikkeld meetinstrument – de kaarten waarmee het individuele…

Auteursinformatie

Katholieke Universiteit, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.C.van Weel, huisarts.

Rijksuniversiteit, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Groningen.

Mw.prof.dr.B.Meijboom-de Jong, huisarts.

Universiteit van Amsterdam, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Amsterdam.

H.C.P.M.van Weert, huisarts.

Contact prof.dr.C.van Weel

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties