Artikel voor opleiding en nascholing

Fietsongevallen

Een illustratie van een fietsongeval
William L.M. Kramer
Loes F.J. Walraven
Joukje van der Naalt
Daphne Beemsterboer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2025;169:D8489
Abstract

In de rubriek ‘10 vragen over’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.

In fietsland Nederland zijn fietsongevallen aan de orde van de dag. Welke letsels komen daarbij vaak voor en hoe behandel je die? En wat kunnen we doen om het aantal fietsletsels te verminderen?

Toets voor nascholing

Aan dit artikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 20 mei 2027.

Maak de toets
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme Punt(en)
Alle BIG-erkende specialismen 1
  • Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP en NVZA.
  • De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen,specialisten ouderengeneeskunde, apothekers en physician assistants. De accreditatie geldt niet voor verpleegkundig specialisten.
  • De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.

Samenvatting

Letsels als gevolg van fietsongevallen komen in Nederland frequent voor, zeker sinds de opkomst van de e-bikes. In dit artikel beschrijven we het traumamechanisme, de relevante fietsletsels en de gevolgen daarvan aan de hand van 10 vragen. We besteden extra aandacht aan de alarmsymptomen (rode vlaggen) en letsels die regelmatig gemist worden bij de opvang van een patiënt na een fietsongeval. Tot slot benoemen we wanneer het moeilijke advies om ‘beter niet meer te fietsen’ aan de orde is en behandelen we preventiemaatregelen.

Auteursinformatie

Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kinderchirurgie, Rotterdam: dr.mr. William L.M. Kramer, kinderchirurg-traumachirurg (tevens: jurist Gezondheidsrecht Erasmus Universiteit; kernlid Artsen voor Veilig Fietsen). Diakonessenhuis, afd. Spoedeisende Hulp, Utrecht: drs. L.F.J. Walraven, SEH-arts. UMCG, afd. Neurologie, Groningen: prof.dr. J. van der Naalt, neuroloog. Huisartsenspoedpost West-Friesland, Hoorn: drs. D. Beemsterboer, kaderhuisarts spoed.

Contact W.L.M. Kramer (wlm.kramer@solcon.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

* William Kramer en Loes Walraven hebben evenveel bijgedragen aan dit manuscript en zijn daarom gedeeld eerste auteur.

Auteur Belangenverstrengeling
William L.M. Kramer ICMJE-formulier
Loes F.J. Walraven ICMJE-formulier
Joukje van der Naalt ICMJE-formulier
Daphne Beemsterboer ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Nascholing
Huisartsgeneeskunde
Dit artikel wordt besproken in#59 Chatbotpsychologen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Bij uw artikel ligt de nadruk op de fietser(m/v).Het aantal fietsongevallen moet teruggedrongen worden door veilig fietsen en beschermingsmiddelen.

Waar ik de aandacht voor wil vragen is de verandering in de geometrie van de fiets. Het stuur is steiler geworden (balhoofdhoek) en de gebogen voorvork is recht geworden waardoor de fiets niet alleen wendbaarder is geworden maar vooral ook onstabieler. Het sturen is onrustiger geworden en kan gecombineerd met felle schijfremmen en een breed stuur leiden tot eenzijdige ongelukken en niet alleen bij ouderen .Overigens zijn onervaren fietsers boven de 55 in Nederland zeldzaam.

Ik kan helaas geen onderzoek vinden in hoeverre de afgenomen voorloop van de fiets leidt tot ongelukken.

Als we het aantal fietsongevallen willen verminderen moeten we niet het fietsen ontraden maar stabielere fietsen adviseren met een ruime voorloop .Deze zijn helaas momenteel slecht verkrijgbaar.

Aart Koppenaal, gepensioneerd neuroloog

De door u gesignaleerde geometrische veranderingen van de fiets kunnen bijdragen door een veranderde zithouding aan de stabiliteit. In het kader van de fietsveiligheid kunt u uw bevinding zeker voor leggen aan een grote fietsfabrikant. 

Uw opmerking :"Overigens zijn onervaren fietsers boven de 55 in Nederland zeldzaam", is geldend voor de meeste fietsers met een normale, niet elktrisch ondersteunde fiets ( e-biker). Voor de e-biker geldt dit niet. Daarom wordt in dit NTvG-artikel ( indirect) gepleit voor het behalen van een fietsrijbewijs voor de electrische fietser, zeker de oudere( > 65 jaar).

William Kramer, kinderchirurg-traumachirurg