Fertiliteitsbevorderende geneesmiddelen en ovariumcarcinoom

Opinie
S.E. Buitendijk
P.H. Verkerk
S.P. Verloove-Vanhorick
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1643-4

Recentelijk is een aantal artikelen verschenen waarin het mogelijke verband tussen gebruik van fertiliteitsbevorderende geneesmiddelen (clomifeen, gonadotrofinen) en de kans op granulosaceltumor wordt besproken.1-5 Eén artikel vormt de beschrijving van een Nederlandse groep van 12 vrouwen met ovariumcarcinoom die in de periode vóór de diagnose met fertiliteitsbevorderende geneesmiddelen waren behandeld.1 De 4 andere artikelen vormen tezamen het verslag van een onderzoek naar de samenhang tussen een aantal verschillende factoren (waaronder fertiliteitsbevorderende behandelingen) enerzijds en het optreden van ovariumcarcinoom anderzijds.2-5 Daarbij zijn data van een aantal Amerikaanse patiënt-controle-onderzoeken bij elkaar gevoegd en opnieuw geanalyseerd. Het behandeld zijn met fertiliteitsbevorderende geneesmiddelen blijkt in deze heranalyse verband te houden met een toegenomen kans op invasief ovariumcarcinoom en op ovariumcarcinoom met lage maligniteitsgraad. Het risico van invasief ovariumcarcinoom blijkt vooral verhoogd bij vrouwen die met fertiliteitsbevorderende geneesmiddelen werden behandeld en die voordien noch nadien zwanger waren. Zowel wanneer deze vrouwen worden…

Auteursinformatie

Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO, afd. Jeugd en Gezondheid, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

Mw.S.E.Buitendijk, arts-epidemioloog (tevens: Stichting Perinatale Epidemiologie Nederland, Leiden); P.H.Verkerk; mw.prof.dr.S.P.Verloove-Vanhorick, kinderarts.

Contact mw.S.E.Buitendijk

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties