Enkele grondbegrippen uit de statistiek. VIII. Het toetsen voor correlatie

Klinische praktijk
Chr.L. Rümke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1773-6

In een voorgaand artikel beschreven wij hoe voor iedere groep waarnemingsparen een correlatiecoëfficiënt kan worden berekend.1 De correlatiecoëfficiënt karakteriseert het verband tussen paren waarnemingen in een groep, zoals het gemiddelde en de standaardafwijking dat doen voor de ligging van het centrum en de spreiding van een groep waarnemingen. Zoals zo vaak bij medisch-wetenschappelijk onderzoek wenst men ook bij het onderzoek naar verbanden nogal eens conclusies te trekken over een populatie op grond van een bij een steekproef verkregen uitkomst.2 In dit geval wil men dan op grond van een voor de correlatiecoëfficiënt in een steekproef gevonden waarde r een uitspraak doen over de parameter ?, de correlatiecoëfficiënt in de populatie waaruit deze steekproef kwam. Kan op grond van een statistische toetsing inderdaad de conclusie worden getrokken dat er in deze populatie een verband tussen x en y bestaat, d.w.z. dat ? ongelijk aan 0 is?

Dergelijke uitspraken zijn…

Auteursinformatie

Prof.dr.Chr.L.Rümke, oud-hoogleraar in de medische statistiek, De Ruyschlaan 207, 1181 PE Amstelveen.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties