Wanneer wel, wanneer niet doen bij vermoeden van een maligniteit?

Diagnostiek bij zeer oude ouderen

Perspectief
Marije E. Hamaker
Lieke H. van Huis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3708
Abstract

Samenvatting

In dit artikel geven wij overwegingen om bij zeer oude of kwetsbare ouderen al dan niet diagnostiek te verrichten naar een vermoedelijke maligniteit. Aan de basis van de gezamenlijke besluitvorming hierover liggen de wensen en het levensperspectief van de patiënt. Vanuit medisch oogpunt kan de resterende levensverwachting zo kort zijn, dat de verdere diagnostiek naar een eventuele maligniteit alleen zinvol is bij behandelbare symptomen. Anderzijds kan voorafgaand aan de diagnostiek al het vermoeden bestaan dat er in geval van maligniteit geen oncologische behandelopties zijn. Dan kan het toch zinvol zijn om in elk geval met beeldvormend onderzoek vast te stellen dat het om een tumor gaat, met het oog op anticiperende zorg en symptoombestrijding. Weefseldiagnostiek is bij zeer oude of kwetsbare patiënten alleen zinvol als het vermoeden of de mogelijkheid bestaat van een relatief weinig belastende, maar toch zinvolle behandeling, zoals hormoontherapie bij patiënten met prostaat- of borstkanker.

Auteursinformatie

Diakonessenhuis Utrecht/Zeist/Doorn, Utrecht. Afd. Geriatrie: dr. M.E. Hamaker, klinisch geriater. Afd. Interne geneeskunde: dr. L.H. van Huis, oncoloog.

Contact M.E. Hamaker (mhamaker@diakhuis.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Marije E. Hamaker ICMJE-formulier
Lieke H. van Huis ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Oncologie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties