De Internationale Classificatie van Stoornissen, Beperkingen en Handicaps van de Wereldgezondheidsorganisatie

Opinie
G.J. Lankhorst
J. Halbertsma
M.W. de Kleijn-de Vrankrijker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:212-3
Download PDF

artikel

Zie ook het artikel op bl. 215.

Voor ziekten die niet met volledige genezing of de dood eindigen, maar met een resttoestand in de vorm van functionele beperkingen, geeft de medische diagnose vaak geen enkele indicatie over de aard en ernst van de gevolgen die de persoon in het dagelijks leven ondervindt. Iemand kan na een contusio cerebri en multipele fracturen geheel herstellen zonder restverschijnselen. Daarentegen kan hij of zij ook geheel afhankelijk van hulp blijven.

Om die reden werd door de Wereldgezondheidsorganisatie de noodzaak gevoeld een classificatie te ontwikkelen van de gevolgen van ziekte als aanvulling op de Classificatie van Ziekten.12 De Internationale Classificatie van Stoornissen, Beperkingen en Handicaps (ICIDH, naar de Engelse titel International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps) werd in 1980 gepubliceerd.34 Deze classificatie bevat een belangrijk ordeningsprincipe voor de gevolgtoestanden van ziekte.

Beschrijving van de icidh

De ICIDH bestaat uit drie deelclassificaties, die berusten op de volgende begrippenreeks:

ziekte – stoornis – beperking – handicap.

Stoornissen (impairments), beperkingen (disabilities) en handicaps zijn begrippen die de manifestaties en de gevolgen van ziekten en aandoeningen beschrijven op drie onderscheiden niveaus. ‘Stoornissen’ betreffen afwijkingen op orgaanniveau, ‘beperkingen’ worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en ‘handicaps’ hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen. Handicap wordt hier dus in zijn oorspronkelijke betekenis gebruikt en niet als eufemisme voor gebrek of chronische ziekte.

Stoornissen

Een stoornis wordt gedefinieerd als ‘iedere afwezigheid of afwijking van een psychologische, fysiologische of anatomische structuur of functie’. Bij de indeling wordt niet gelet op de oorzaak van de stoornis. De classificatie van stoornissen is opgebouwd uit negen hoofdstukken (tabel). Elk hoofdstuk is verdeeld in tien categorieën, waardoor een twee-cijfercode ontstaat. Voor cognitieve stoornissen zijn de categorieën onder andere intelligentiestoornissen, geheugenstoornissen en stoornissen in het denken. Nadere specificatie van subcategorieën is mogelijk door middel van het gebruik van een derde cijfer.

Beperkingen

Een beperking wordt gedefinieerd als: ‘iedere vermindering of afwezigheid van de mogelijkheid tot een voor de mens normale activiteit zowel wat betreft de wijze als de reikwijdte van de uitvoering’, of wel het onvermogen om een activiteit normaal te verrichten. In tegenstelling tot stoornissen die functies van delen van het lichaam betreffen, hebben beperkingen betrekking op activiteiten van het individu, bijvoorbeeld persoonlijke verzorging en voortbewegen. De classificatie van beperkingen kent een hoofdindeling in negen hoofdstukken (zie tabel). Evenals bij de stoornissen heeft elk hoofdstuk een indeling in tien categorieën met als resultaat een twee-cijferlijst met de mogelijkheid subcategorieën te kiezen door toevoeging van een derde cijfer. De classificatie van beperkingen kent bovendien de mogelijkheid een vierde en vijfde cijfer toe te voegen voor respectievelijk ernst van de beperking en ‘vooruitzicht’.

Handicaps

Een handicap wordt gedefinieerd als: ‘een nadelige positie van een persoon als gevolg van een stoornis of beperking, welke de normale rolvervulling van de betrokkene (gezien leeftijd, geslacht en sociaal-culturele achtergrond) begrenst of verhindert’. Handicap drukt de mate van nadeel in sociaal opzicht uit, die iemand als gevolg van stoornissen en beperkingen ondervindt. De handicapclassificatie bevat een aantal ‘dimensies’ of vermogens die essentieel zijn voor het voortbestaan als lid van een maatschappij (zie tabel). Voor elk van de velden wordt op een tienpuntsschaal de mate van de handicap weergegeven, waaruit een handicapprofiel resulteert.

Ervaringen met de icidh; een tussenbalans

Er zijn inmiddels vele publikaties verschenen over toepassingen van de ICIDH.5-10 De terreinen van toepassing van de ICIDH zijn

– gezondheidszorg wat betreft revalidatiegeneeskunde,1011 psychiatrie12 en geriatrie;13

– verzekeringsgeneeskunde;14

– gezondheidsenquêtes, statistieken1516 en

– beleid.1718 Er blijkt vrijwel consensus te bestaan over het belang van het conceptuele raamwerk van de ICIDH voor het vastleggen en bestuderen van de gevolgen van ziekte.5 Er worden echter vele praktische bezwaren bij het gebruik gemeld.

Vele auteurs berichten dat codering met gebruikmaking van de ICIDH in onbewerkte vorm zeer tijdrovend is, namelijk minimaal 30 minuten per patiënt, en een grote hoeveelheid onoverzichtelijke gegevens oplevert.8-10 De meest positieve ervaringen worden gemeld door auteurs, die een voor hun doel geschikte verkorte versie van de ICIDH toepasten met gunstige effecten op tijdsbeslag en doelgerichtheid.13

Conclusie

De ICIDH is van groot theoretisch belang voor het beschrijven van gevolgen van ziekte als aanvulling op de eveneens door de Wereldgezondheidsorganisatie uitgegeven Classificatie van Ziekten. De indeling in de niveaus stoornissen, beperkingen en handicaps sluit nauw aan bij de werkwijze in de revalidatiegeneeskunde, zodat verwacht mag worden dat de ICIDH op dit gebied in toenemende mate toegepast zal worden.19 Het ‘stoornisbeperking-handicap’-concept lijkt echter ook elders in de geneeskunde een breed toepassingsgebied te hebben. Dit geldt voor het operationaliseren van het begrip ‘kwaliteit van leven’ dat in de cardiologie en oncologie reeds veelvuldig gehanteerd wordt bij het doen van effectstudies.2021 Dit geldt mogelijk ook voor het ontwikkelen van meetmethoden voor het bepalen van de gezondheidswinst die door medisch handelen bereikt wordt zoals bepleit in het recente regeringsstandpunt ‘Grenzen van de Zorg’.22

De onverkorte ICIDH lijkt slechts in weinig gevallen geschikt te zijn als coderingsinstrument. Waarschijnlijk zullen per toepassingsgebied vervaardigde verkorte of afgeleide classificaties beter bruikbaar blijken te zijn.

Een volledige literatuurlijst betreffende de ICIDH is op aanvraag verkrijgbaar bij dr.W.M.Hirs, secretariaat van de Werkgroep Classificatie en Coderingen (WCC), Postbus 7100, 2701 AC Zoetermeer. De WCC fuhgeert ook als The Netherlands Collaborating Centre for the ICIDH van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Literatuur
  1. Anonymus. International Classification of Diseases, 1975revision. Geneva: World Health Organization, 1977.

  2. Anonymus. Classificatie van Ziekten 1980, deel 1systematisch. Utrecht: Stichting Medische Registratie, 1979.

  3. Anonymus. International Classification of Impairments,Disabilities and Handicaps. Geneva: World Health Organization,1980.

  4. Werkgroep Classificatie en Coderingen,Classificatieontwikkelingsgroep Gehandicapten. Internationale Classificatievan Stoornissen, Beperkingen en Handicaps. Voorburg: Raad voorgezondheidsresearch TNO, 1981.

  5. Anonymus. Assessment of disability. Lancet 1986; i:591-2.

  6. Alaranta H, Kallio V. The concept of consequences ofdisease in patients with low back pain. Int Rehabil Med 1986; 8:8-10.

  7. Grimby G, Finnstam J. Experience from the use of the WHOclassification of handicap in rehabilitation medicine. Gothenburg: Universityof Gothenburg, Department of Rehabilitation Medicine, 1982.

  8. Ford B. International Classification of Impairments,Disabilities and Handicaps: exercises in its application in a hospitalmedical record. Int Rehabil Med 1984; 6: 191-3.

  9. Kleijn-de Vrankrijker MW de, Muller M. Challenge ofstandardizing the measurement of consequences of disease and injury. In:Coté RA, Protti DJ, Scherrer JR, eds. Role of informatics in healthdata coding and classification systems. Amsterdam: Elsevier, 1985.

  10. Lankhorst GJ, Höppener MGWC, Kaaij JE van der.Preliminary experiences with WHO's International Classification ofImpairments, Disabilities and Handicaps. Int Rehabil Med 1985; 7:70-2.

  11. Bangma BD. Use of the ICIDH in the period 1983-1985.Working paper WHO 24-28 June 1985. Voorburg: Wereldgezondheidsorganisatie,1985.

  12. Wiersma D. Psychological impairments and socialdisabilities: on the applicability of the ICIDH to psychiatry. Groningen,1984. Proefschrift.

  13. Seidel C. Use of the classification of disabilities.Working paper WHO 24-28 June 1985. Voorburg: Wereldgezondheidsorganisatie,1985.

  14. Hunfeld G. Use of IDH-classification in registrationschemesof social security systems. Working paper WHO 11-14 October 1983.Voorburg: Wereldgezondheidsorganisatie, 1983.

  15. Hermanova HM. Need for a data base on consequences ofdiseases. Int Rehabil Med 1985; 7: 61-3.

  16. Colvez A, Robine JM. Problems encountered in using theconcepts of impairment, disability and handicap in a health assessment surveyof the elderly in Upper Normandy. Int Rehabil Med 1986; 8: 18-22.

  17. Anonymus. Een samenhangend beleid voor de revalidatie vangehandicapten. Straatsburg: Raad van Europa; Resolutie AP (84) 3,1984.

  18. Anonymus. On equal terms; the social integration ofhandicapped persons, a challenge for everyone. Quebec: Office des personneshandicapées du Quebec, 1984.

  19. Bangma BD. Revalidatiegeneeskunde; methodologie enpraktische uitvoering. Assen: Van Gorcum, 1989.

  20. Stensman R. Severely mobility-disabled people assess thequality of their lives. Scand J Rehabil Med 1985; 17: 87-99.

  21. Bonsel GJ, Haes JCJM de. Kwaliteit van leven:criteriumbij medisch handelen en gezondheidsbeleid. In: Es JC van, GoossensJV, Mandema E, Olthuis G, eds. Het medisch jaar 1988. Utrecht: Bohn,Scheltema & Holkema, 1988: 408-18.

  22. Anonymus. Grenzen van de zorg. Tweede Kamer, vergaderjaar1987-1988, 20 620. 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij,1988.

Auteursinformatie

Jan van Breemen Instituut, Centrum voor Reumatologie en Revalidatie, Dr.Jan van Breemenstraat 2, 1056 AB Amsterdam.

Dr.G.J.Lankhorst, revalidatie-arts.

Nationale Raad voor Volksgezondheid, Secretariaat van de Werkgroep Classificatie en Coderingen, Zoetermeer.

Mw.drs.J.Halbertsma, socioloog.

Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Rijswijk.

Dr.M.W.de Kleijn-de Vrankrijker, socioloog.

Contact dr.G.J.Lankhorst

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties