Tuberculose in Nederland anno 1988

Opinie
H.J. Sluiter
K. Knol
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:59-1

Zie ook de artikelen op bl. 49, 52, 61, 66 en 80.

Het is in Nederland nog maar enkele decennia geleden dat, indien de arts zijn patiënt mededeelde dat deze longkanker had, diens eerste reactie niet zo zelden was: ‘Als het maar niet besmettelijk is.’ De angst voor tuberculose zat er diep in. Vrijwel iedere familie was er persoonlijk mee in contact geweest. De ‘tering’, met haar hoge morbiditeit, lange ziekteduur, sociale stigmatisering en persoonlijk verdriet, was een realiteit. De ‘vliegende tering’ roeide ook in Nederland soms hele families in korte tijd uit, zoals uit de bijdrage van E.Knol in dit tijdschriftnummer blijkt.1 In familiekronieken, proza en poëzie zijn vele treffende uitingen omtrent deze ziekte verschenen.

Waar mondiaal op vele plaatsen deze toestand nog steeds voortduurt, ligt de situatie in Nederland nu totaal anders. Incidentie en prevalentie van tuberculose zijn sterk gedaald; men denkt vaak niet meer aan…

Auteursinformatie

Prof.dr.H.J.Sluiter, emeritus hoogleraar longziekten, Koninginnelaan 1, 9717 BM Groningen.

Academisch Ziekenhuis, afd. KindergeneeskundeKinderlongziekten, Groningen.

Prof.dr.K.Knol, kinderarts.

Contact prof.dr.H.J.Sluiter

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties