Pruritus ani; een irriterend probleem

Klinische praktijk
P. Leguit
E.H.D. Bel
R. Oosterling
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:956-8

Pruritus ani is een irriterende, gênante en soms geestelijk en lichamelijk slopende klacht die bij 10 tot 25 van de volwassen bevolking in meer of mindere mate voorkomt.12 De aandoening komt 4 maal zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen en wordt bij kinderen zelden gezien.4 De afwijking komt voor in alle sociale lagen van de bevolking. Personen die een zittend beroep uitoefenen, onder zware psychische druk leven of overmatig veel alcohol gebruiken, lijken gepredisponeerd te zijn.

Pruritus ani begint meestal als een kriebelend gevoel of lichte jeuk rondom de anus. Langzaam maar zeker wordt de jeuk heviger en breidt zich tenslotte uit naar het scrotum, de vulva, maar vooral naar de raphe perinei. Door het krabben ontstaat uiteindelijk een traumatische dermatitis die er de oorzaak van is dat de pruritus chronisch wordt. De vicieuze cirkel van jeuk-krabben-dermatitis is dan gesloten en moeilijk meer te doorbreken…

Auteursinformatie

Diakonessenhuis, Bosboomstraat 1, 3582 KE Utrecht.

Afd. Chirurgie: dr.P.Leguit, chirurg; mw.E.H.D.Bel, destijds medisch student.

Afd. Dermatologie: R.Oosterling, dermatoloog.

Contact dr.P.Leguit

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dokkum, juni 1988,

Naar aanleiding van het artikel ‘Pruritus ani; een irriterend probleem’ (1988;956-8) veroorloof ik mij een opmerking. Gesteld wordt dat het probleem bij kinderen zelden wordt gezien. Dat hangt waarschijnlijk af van het dermatologische beeld. Met name de afgezette eieren van oxyuren geven bij kinderen nogal eens klachten over anale jeuk. Bij meisjes migreren de oxyuren soms ook naar vulva en vagina. Het komt mij voor dat er ook volwassenen zijn met oxyuren en pruritus ani. Mogelijk is het aantal volwassenen met dit probleem te verwaarlozen, maar naar mijn mening is hier een specifieke behandeling geïndiceerd.

H. Talma
F.C.
Bisterbosch

Nijmegen, mei 1988,

Een overzicht over pruritus ani, vaak een hardnekkig beeld, werd gegeven door Leguit et al. (1988;956-8). Bij de therapie werd voorgesteld om bij nachtelijke jeuk eventueel een antihistaminicum per os voor te schrijven. Hierover wil ik een opmerking maken. Bijna alle antihistaminica hebben ook een sederende en een anticholinergische werking.1 ‘Pure’ antihistaminica, zoals astemizol en terfenadine, zijn alleen zinvol bij die vormen van jeuk waarbij histamine een belangrijke rol speelt, zoals bij urticaria. Bij de nachtelijke jeuk zou men dus in plaats van een sederend antihistaminicum ook een slaapmiddel kunnen geven.

In het rijtje van oorzaken van pruritus ani zou ik de oxyuriasis willen toevoegen, te diagnostiseren met behulp van perianale tape, waarna het eenvoudig behandeld kan worden.

F.C. Bisterbosch
Literatuur
  1. Geneesmiddelenbulletin 1987; 21: 61-8.

Utrecht, juni 1988,

Onder ‘Diagnostiek’ werd gesproken over infestatie met wormen en onder ‘Therapie’ werd gesteld: ‘Infestatie met wormen wordt behandeld met een korte kuur mebendazol.’ Desalniettemin wordt terecht nog eens gesteld dat oxyuriasis gediagnostiseerd wordt met behulp van perianale tape.

Ik ben collega Bisterbosch erkentelijk voor zijn aanvullende opmerking aangaande de toediening van een slaapmiddel in plaats van pure antihistaminica.

P. Leguit