Klachten en blessures van het bewegingsapparaat bij dansers

Klinische praktijk
A. Kap
G.J. Lankhorst
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1782-6

Inleiding

Zowel ballet als moderne dans vormt een combinatie van topsport en kunstbeoefening op hoog niveau. Men kan dansen zien als topsport in de zin van een lichamelijke bezigheid op het hoogste niveau waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden. In slechts weinig sporten wordt op zoveel vaardigheden een beroep gedaan als in ballet en moderne dans.1 Daarnaast is dans een vorm van kunst. Kunst is ‘het vermogen om dat wat in geest of gemoed leeft of daarin gewekt is tot uiting of voorstelling te brengen op een wijze die schoonheidsontroering kan veroorzaken’.2 Hierin onderscheidt de dans zich van topsport, hoewel velen het ermee eens zullen zijn dat bepaalde vormen van topsport een genot zijn om naar te kijken; maar behendigheid en krachtsinspanning staan bij sport voorop en niet de gemoedsuitingen. Men kan dansen zien als een synthese van kunst en sport, een kunstvorm waarbij het…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Revalidatie, Dr.Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

A.Kap; prof.dr.G.J.Lankhorst, revalidatie-arts.

Contact prof.dr.G.J.Lankhorst

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

L.T.M.
ten Thij

Amsterdam, oktober 1990,

Met veel belangstelling heb ik het artikel van Kap en Lankhorst gelezen (1990;1782-6). Er is echter naar mijn mening een aantal hiaten waardoor de publikatie als overzichtsartikel onvolledig is. Door mijn ervaring als balletdanseres bij het Nationale Ballet en het Scapino Ballet en de ervaring opgedaan bij de medische begeleiding van het Scapino Ballet tijdens de opleiding geneeskunde, zou ik misschien vanuit de praktijk enkele aanvullingen kunnen geven.

‘Shin-splints’ komen nog wel eens voor bij balletstudenten die van enkele uren per dag of per week ineens, in het eerste jaar van hun opleiding, full-time gaan trainen. Niet alleen door vaker springen (waarbij of waarna de meeste pijn optreedt), maar ook het hele dagen staan, vormen een drukverhogende en daardoor belastende factor op juist de onderbenen. Dat het percentage shin-splints bij Washington aanzienlijk hoger ligt dan bij Rovere zou misschien te verklaren zijn uit het feit dat Rovere 185 studenten heeft behandeld en daarmee waarschijnlijk de diagnose shin-splint zelf heeft bevestigd, terwijl bij informatie verkregen door middel van een enquête een aantal foutpositieven te verwachten is. Willekeurige klachten van de onderbenen kunnen namelijk door dansers zelf wellicht betiteld worden als shin-splints.

Wat betreft de blessures van het bewegingsapparaat is het jammer dan niet het inversietrauma genoemd wordt, een blessure die zeer vaak bij dansers voorkomt. Ook spierrupturen in liezen, adductoren, hamstrings of kuiten geven herhaaldelijk aanleiding tot noodzakelijk staken van de balletactiviteiten. Al of niet in combinatie met een irritatie van de achillespees komt een bursitis subtendinea nog wel eens voor. Ook een bursitis subcutanea calcanei posterior behoort tot de mogelijkheden. Deze kan veroorzaakt worden door de vaak strakke rand van de balletschoen of spitz, die ter plaatse van de bursa in de huid snijdt. Veel dansers hebben een hallux valgus. Het samenpersen in de nauwe spitz werkt hierop bevorderend. Veelal ontstaat hierbij locaal tevens een uiterst pijnlijke exostose (‘bunion’).

Wat betreft de klachten: spierpijn, hematomen, excoriaties, alsook blaren, veroorzaakt door spitzenwerk en onjuiste ijsapplicatie, blauwe teennagels en likdoorns behoren tot de gemakkelijk over het hoofd geziene vele ongemakken van de danser. Veel overbelastingsklachten zijn gelokaliseerd in de rug. Vrijwel alle dansers in training hebben een hypertonie van nek-, rug-en heupmusculatuur. Huidaandoeningen, zoals acne, folliculitis en eczeem ontstaan behalve vanwege leeftijd of constitutie door transpiratie, vermoeidheid, onregelmatige eetgewoonten en make-up. Naast de genoemde menstruatiestoornissen, eet- en gewichtsproblemen zijn luchtweginfecties en anemie voor een danser zeer belastend.

Eén van de belangrijkste redenen voor het chronisch worden van een aandoening is gelegen in het dóór willen dansen ondanks een blessure. In dit opzicht gaat men niet altijd even kunstzinnig te werk. Geen enkele violist zal met een ontstemde viool het podium opgaan, maar dansers dansen nog altijd, soms jaren, met ontstemd lijf, hun instrument.

Het inzicht dat een goede medische begeleiding van uitermate groot belang is, is nog niet overal binnen de danswereld doorgedrongen, hetgeen het tot een uiterst moeilijke taak maakt.

L.T.M. ten Thij

Amsterdam, november 1990,

Wij danken collega Ten Thij voor haar aanvullingen. In ons artikel is de nadruk gelegd op klachten en blessures met een langdurig beloop en niet op acute letsels, zoals het inversietrauma van de enkel, dat meestal snel herstelt.

A. Kap
G.J. Lankhorst