Hepatitis C; een nieuw virus voor een oude ziekte

Klinische praktijk
H.W. Reesink
C.L. van der Poel
R.A.F.M. Chamuleau
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2560-4

Zie ook het artikel op bl. 2564.

Inleiding

In de Griekse Oudheid werd besmettelijke geelzucht reeds beschreven. Sedertdien zijn geelzuchtepidemieën regelmatig in de geschiedschrijving vermeld. In de periode rond de Tweede Wereldoorlog werd bekend dat patiënten geelzucht konden krijgen na toediening van bloedprodukten. Duizenden Amerikaanse soldaten kregen in die tijd geelzucht nadat zij waren ingespoten met een gele-koortsvaccin dat gestabiliseerd was met menselijk plasma. Thans is bekend dat dit plasma besmet was met hepatitis B-virus (HBV).

Het was de kinderarts Krugman die in de jaren vijftig en zestig in de Verenigde Staten vaststelde – door middel van besmettingsproeven bij kinderen – dat er ten minste 2 typen besmettelijk geelzucht moesten zijn: een type met een korte en een type met een lange incubatietijd. Naderhand bleek er sprake te zijn van respectievelijk hepatitis A en B. In het begin van de jaren zestig ontdekte de latere Amerikaanse Nobelprijswinnaar Blumberg het zogenaamde…

Auteursinformatie

Rode Kruis Bloedbank Amsterdam en Omstreken, Plesmanlaan 125, 1066 CX Amsterdam.

Dr.H.W.Reesink, internist (tevens: Academisch Medisch Centrum, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Amsterdam); dr.C.L.van der Poel.

Academisch Medisch Centrum, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Amsterdam.

Dr.R.A.F.M.Chamuleau, internist.

Contact dr.H.W.Reesink

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Weert, januari 1993,

In het caput selectum van Reesink, Van der Poel en Chamuleau (1992;2560-4) wordt in de inleiding een kort overzicht gegeven van het hepatitis-alfabet, waarin overigens hepatitis D ontbreekt. Eerder werd een vrij uitvoerig overzicht gegeven van het hepatitis-alfabet.1 In hetzelfde nummer waren behalve dit commentaar nog 3 bijdragen opgenomen met betrekking tot hepatitis E (HEV), ook wel de enteraal overdraagbare vorm van non-A-non-B-hepatitis genoemd. Met betrekking tot dit virus vermelden Reesink, Van der Poel en Chamuleau dat er nog geen commercieel verkrijgbare tests zijn om HEV aan te tonen. In hun bijdrage over de seroprevalentie van hepatitis E in Nederland schrijven Zaaijer, Kok en Lelie echter dat zij gebruik maken van een commerciële anti-HEV-IgG-ELISA en een commercieel verkrijgbare immunoblot-confirmatietest.2 Dankzij de recente ontwikkelingen van isolatie en karakterisering van het hepatitis E-virus is de ontwikkeling van diagnostische sets in een stroomversnelling gekomen met als resultaat dat wij nu in staat zijn in een vroeg stadium infectie met hepatitis E aan te tonen of uit te sluiten.

J.H. van Zeijl
Literatuur
  1. Jansen PLM. Hepatitis E, een nieuwe letter in het hepatitis-alfabet. [LITREF JAARGANG="1992" PAGINA="2156-8"]Ned Tijdschr Geneeskd 1992; 136: 2156-8.[/LITREF]

  2. Zaaijer HL, Kok M, Lelie PN. Seroprevalentie van hepatitis E in Nederland. [LITREF JAARGANG="1992" PAGINA="2173-5"]Ned Tijdschr Geneeskd 1992; 136: 2173-5.[/LITREF]

Amsterdam, februari 1993,

Alhoewel de anti-hepatitis E-ELISA en immunoblot-bevestigingstest door een (commerciële) farmaceutische industrie (Diagnostic Biotechnology Pte Ltd Singapore) ontwikkeld zijn, worden deze tests uitsluitend voor researchdoeleinden aan onderzoekers ter beschikking gesteld. Wel is het de verwachting dat deze tests in de loop van 1993 commercieel beschikbaar komen.

H.W. Reesink