'Awakening': een verwarrende verbetering tijdens behandeling met atypische antipsychotica

Klinische praktijk
A.C.M. Vergouwen
C. de Bruijn
A. Been
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1717-20
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1721.

Dames en Heren,

Schizofrenie kenmerkt zich door positieve symptomen in de vorm van wanen en hallucinaties, cognitieve disfuncties zoals problemen op het gebied van de aandacht, de concentratie en het geheugen, en negatieve symptomen, zoals affectvervlakking, verminderde gedachten, anhedonie en vermindering van doelgericht gedrag.1 Antipsychotische medicatie vormt een hoofdbestanddeel van de behandeling van patiënten met schizofrenie.

Bij de evaluatie van het behandelresultaat in de klinische praktijk dienen vele aspecten, waaronder de verbetering die wordt gezien bij de verschillende symptoomclusters en de eventuele bijwerkingen, betrokken te worden.2 Gezien de onderlinge verschillen in werking en bijwerkingen tussen de verschillende antipsychotica, kan in de praktijk verwarring ontstaan over de effecten van dergelijke medicatie. Deze verwarring kan zeker ontstaan wanneer relatief zeldzame fenomenen optreden. Een dramatische verbetering van de toestand, de zogenaamde ‘awakening’, is zo’n fenomeen. Wij presenteren u 2 patiënten bij wie in…

Auteursinformatie

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, afd. Psychiatrie, Postbus 9243, 1006 AE Amsterdam.

Hr.A.C.M.Vergouwen, psychiater; mw.dr.C.de Bruijn (thans: psychiater, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht) en mw.drs.A.Been, assistent-geneeskundigen.

Contact hr.A.C.M.Vergouwen (a.vergouwen@slaz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Bazel, augustus 2005,

Blokkade van H1-receptoren in het centraal zenuwstelsel veroorzaakt sedatie en heeft een duidelijk negatief effect op cognitieve vaardigheid.1 2 In het artikel van Vergouwen et al. (2005:1717-20) werden patiënt A en B minder suf nadat zij van de tricyclische antipsychotica olanzapine/clozapine en quitiapine overstapten op respectievelijk aripiprazol en risperidon. De affiniteit van genoemde tricyclische antipsychotica voor histamine-H2-receptoren is duidelijk hoger dan die voor dopamine-D2-receptoren, terwijl het omgekeerde geldt voor aripiprazol en risperidon.3 Dit betekent dat bij gelijke antipsychotische werking (door equivalente dopamine-D2-receptorblokkade) aripiprazol en risperidon minder sedatie veroorzaken dan de tricyclische verbindingen. De verminderde sufheid en de verbeterde cognitieve functie van patiënt A en B zijn daarom waarschijnlijk een gevolg van de verminderde centrale histamine-H1-blokkade door hun nieuwe medicatie. De formulering ‘awakening’ kan letterlijk genomen worden.

H.O. Kalkman
Literatuur
  1. Welch MJ, Meltzer EO, Simons FE. H1-antihistamines and the central nervous system. Clin Allergy Immunol. 2002;17:337-88.

  2. Kay GG. The effects of antihistamines on cognition and performance. J Allergy Clin Immunol. 2000;105(6 Pt 2):S622-7.

  3. Kroeze WK, Hufeisen SJ, Popadak BA, Renock SM, Steinberg S, Ernsberger P, et al. H1-histamine receptor affinity predicts short-term weight gain for typical and atypical antipsychotic drugs. Neuropsychopharmacology. 2003;28:519-26.