Vaccinaties op de kinderleeftijd anno 2004. II. Echte en vermeende bijwerkingen

Klinische praktijk
H.C. Rümke
H.K.A. Visser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:364-71
Abstract

Samenvatting

- Vaccinaties beschermen in hoge mate tegen infectieziekten, maar kunnen soms bijwerkingen geven. Sinds 1962 worden vermoede bijwerkingen van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in ons land centraal geregistreerd door het RIVM en sinds 1983 toetst een Commissie van de Gezondheidsraad de bevindingen.

- Het gaat bij de ‘dode’ vaccins vooral om lokale (roodheid, zwelling en pijn) en algemene verschijnselen (lusteloosheid, prikkelbaarheid, onrustig slapen en minder goed eten). Ze worden met name gezien na vaccinatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (DKTP). Een aantal bijwerkingen treedt zelden op (collapsreacties, ‘persistent screaming’, verkleurde benen en convulsies). Zeer zelden worden ernstige neurologische complicaties gemeld. Na vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) worden sporadisch algemene verschijnselen gezien (artritis, trombocytopenie, ataxie), met vrijwel steeds een spontaan herstel.

- Gedurende de afgelopen jaren zijn veel ziekten of ziektebeelden in verband gebracht met vaccinaties (vermeende bijwerkingen). Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat zulke hypothesen onjuist waren. Het gaat onder andere om allergische aandoeningen, zoals astma, diabetes mellitus, multiple sclerose (na hepatitis-B-vaccinatie), autisme en inflammatoire darmziekten (na BMR-vaccinatie) en wiegendood.

- Het aantal gevallen waarin tenminste een mogelijk verband bestaat tussen vaccinatie en ziekteverschijnselen – afgezien van de lokale reacties en lichte algemene verschijnselen – is gering (ongeveer 0,25 per 1000 vaccinaties) en weegt niet op tegen de baten van vaccinatie.

- Er is bij het publiek toenemende twijfel over het nut en de veiligheid van vaccinaties. Meer onderzoek is nodig naar de redenen waarom mensen wel of niet voor vaccinatie kiezen.

- De voorlichting over vaccinaties aan ouders en beroepsgroepen die zich bezighouden met vaccinatie moet verbeterd worden. Het internet kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Auteursinformatie

Vaxinostics BV, Rotterdam, p/a Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia, Postbus 2060, 3000 CB Rotterdam.

Hr.dr.H.C.Rümke, kinderarts n.p.-epidemioloog.

Hr.prof.dr.H.K.A.Visser, emeritus hoogleraar Kindergeneeskunde, Rotterdam.

Contact hr.dr.H.C.Rümke (h.rumke@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties