Zie ook de artikelen op bl. 491 en 494.
Tot voor enige jaren was de behandeling van de patiënt met een koude schildkliernodus eenvoudig: routinematig werd een partiële schildklierresectie verricht, waarna door histologisch onderzoek maligniteit kon worden aangetoond of uitgesloten. Het onvermijdelijke gevolg van deze behandeling is dat ca. 83 van de patiënten, gezien het achteraf gebleken goedaardige karakter van de nodus, nodeloos wordt geopereerd.1 De vraag is nu, hoe het aantal niet noodzakelijke operaties kan worden teruggebracht zonder dat patiënten met carcinoom operatieve behandeling wordt onthouden. Een eerste aanzet tot meningvorming hierover vond in ons land plaats op de in januari 1985 gehouden consensusbijeenkomst over de diagnostiek van de solitaire schildkliernodus.2 Onder de deelnemers bestond weinig consensus ten aanzien van de plaats van het cytologisch onderzoek, een toen in Nederland nog weinig toegepaste onderzoekmethode. In grote lijnen bestond het destijds voorgestelde diagnostisch stroomdiagram uit het in…
Reacties