Zorg op maat voor mensen met diabetes

Van jaarcontrole naar jaargesprek

Perspectief
Guy E.H.M. Rutten
Heidi A. van Vugt
Inge de Weerdt
Steven W.J. Lamberts
Eelco J.P. de Koning
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D342
Abstract

Samenvatting

Bij de behandeling van patiënten met diabetes mellitus verschuift het accent van ‘disease management’ naar ‘zorg op maat’. Internationaal wordt geadviseerd de voorkeuren, wensen en mogelijkheden van de patiënt in de diabeteszorg te integreren en zo de doelmatigheid ervan te verbeteren. De Nederlandse Diabetes Federatie ontwikkelde een werkwijze waarin concreet en systematisch sprake is van zorg op maat. Tijdens het jaargesprek met een patiënt bespreken de arts en de patiënt eerst welke behandeldoelen zij willen realiseren en vervolgens welke behandeling en professionele ondersteuning daarvoor nodig zijn. Persoonsgerichte en doelmatige zorg worden zo concreet. De eerste resultaten van een pilotstudie zijn veelbelovend. Het model wordt nu op grote schaal op zijn bruikbaarheid en waarde getoetst. Omdat de ontwikkelde werkwijze breder toepasbaar is, ontstaat nieuw perspectief voor alle mensen met een chronische aandoening.

Auteursinformatie

UMC Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, afd. Huisartsgeneeskunde, Utrecht.

Prof.dr. G.E.H.M. Rutten, huisarts.

Nederlandse Diabetes Federatie, Amersfoort.

Dr. H.A. van Vugt, onderzoeker; dr. I. de Weerdt, directeur NDF.

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.

Prof.dr. S.J.W. Lamberts, endocrinoloog.

Leids Universiteit Medisch Centrum, afd. Interne geneeskunde, Leiden.

Prof.dr. E.J.P. de Koning, internist-endocrinoloog.

Contact dr. H.A. van Vugt (h.vanvugt@diabetesfederatie.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Guy E.H.M. Rutten ICMJE-formulier
Heidi A. van Vugt ICMJE-formulier
Inge de Weerdt ICMJE-formulier
Steven W.J. Lamberts ICMJE-formulier
Eelco J.P. de Koning ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Naar aanleiding van “Van jaarcontrole naar jaargesprek” (NTVG 2016;160:D342) wil ik werkfactoren, als onderdeel van de contextuele factoren onder de aandacht brengen en daarmee de noodzaak tot arbocuratieve samenwerking.

Werk als oorzakelijke, of modererende factor van (pre)diabetes.

Complimenten om de diabeteszorg naar een next-level te brengen. Echter, de beschreven behandeling en begeleiding van alle mensen met diabetes in de context van hun dagelijks leven vraagt ook om samenwerking met de bedrijfsarts bij werk(zoek)enden met (pre)diabetes. Hoewel de auteurs aangeven niet alle factoren te kunnen noemen, is het een gemiste kans om de noodzakelijke arbocuratieve samenwerking, in het kader van de integrale en doelmatige zorg, niet te benoemen (1).

Enerzijds weten we al geruime tijd dat werkfactoren diabetes kunnen veroorzaken en bestaande diabetes kan ontregelen. Anderzijds kunnen factoren op het werk juist modererend en structurerend zijn (1,2,4). Daarnaast komt diabetes op steeds jongere leeftijd voor én moeten werkenden met diabetes ook langer door werken. Hierdoor zal voornoemde wederkerige relatie tussen (pre)diabetes en werkfactoren langer op de belastbaarheid kunnen inwerken. Bovendien blijkt dat een als slecht gepercipieerde gezondheid voorspellend is voor lagere productiviteit en absenteïsme, of zelfs vroegtijdig verlaten van de arbeidsmarkt (3). Een ontwikkeling die ook het maatschappelijk functioneren zal benadelen als op werk gerichte interventies uitblijven. Allemaal verbanden die de huisarts of internist niet direct zal leggen.

Uit de literatuur blijkt bovendien dat de werkomgeving een uitstekende platform is om die gezondheidsperceptie en ambities, om daar wat aan te willen doen, gunstig te beïnvloeden (5).

Daarom vraagt de voorgestelde multidisciplinaire integrale en doelmatige zorg toegesneden op een werk(zoek)end persoon dus ook om aandacht van de bedrijfsarts als deskundige op het gebied van arbeid en gezondheid; Quality of shared care & support, for quality of workers’ life.

Ernst Jurgens, klinisch arbeidsgeneeskundige

Referenties:

Richtlijnmodule Diabetes en Arbeid. Utrecht, NVAB 2012
Detaille SI (2012). Building a self-management program for workers with a chronic somatic disease (PhD thesis). Amsterdam AMC-UvA;  Chapter 2. Retrieved from http://dare.uva.nl
Schuring M, Robroek SJW, Otten FWJ, et al. The effect of ill health and socioeconomic status on labor force exit and re-employment: a Prospective Study with ten years follow-up in the Netherlands. Scand J Work Environ Health. 2013;39(2):134-143
Werk: van belang voor iedereen. Een advies over werken met een chronische ziekte. SER advies 16/02 Maart 2016
Bevis CC, June MN, Forges B, et al. Diabetes wellness care. A successful employer-endorsed program for employees. JOEM 2014 vol. 56 Nr 10

Collega Jurgen heeft volkomen gelijk als hij stelt dat werkfactoren van belang zijn bij het omgaan met diabetes. Sterker nog: onderzoek onder Nederlandse werknemers met diabetes die insuline spuiten (1)  heeft mede bijgedragen aan de totstandkoming van het project dat wij in ons artikel beschrijven. Wij raden huisartsen en internisten aan om minstens een keer per jaar in een goed gesprek met hun diabetespatienten ook de werkomstandigheden in verband met de diabetes aan de orde te stellen. Vermoedelijk komen dan heel wat problemen boven tafel, die nu vaak onbesproken blijven. Het spreekt vanzelf, dat de bedrijfsarts vervolgens de aangewezen persoon is om daar samen met alle betrokkenen iets aan te doen. Zoals collega Jurgens het zegt: dan brengen we de diabeteszorg naar een 'next level'. 

Guy Rutten

(1) Weijman I, Ross WJG, Rutten GEHM et al. Occ Env Med 2003;60(suppl 1): i93-i98

Lidwien
Bernsen

Van disease management naar persoonsgerichte zorg is een belangrijke ontwikkeling bij behandeling van met name ouderen met chronische ziekten. Aan dit aspect besteden wij binnen de huisartsopleiding de nodige aandacht binnen ons communicatie onderwijs. Het is jammer, dat de auteurs zich vrij exclusief richten op huisartsen en internisten. Binnen de eerstelijnszorg worden de meeste controles uitgevoerd door de praktijkondersteuners somatiek (jaargesprek vaak door de huisarts) en ook voor deze professionals is het van belang in deze systematiek van persoonsgerichte zorg geschoold te worden. De praktijkondersteuners (gestimuleerd door de financiering van de zorgverzekeraar) zijn vooral alert op het invullen van indicatoren.De huisartsopleiding (Nijmegen en Maastricht) heeft een project samen met de zorggroep DOH (De Ondernemende Huisarts) in Eindhoven lopen om praktijkondersteuners samen met de aios te trainen in persoonsgerichte communicatie bij chronische zorg. Dit middels training met acteurs en opnemen van consulten (video). Wij verwachten hiermee de persoonsgerichte zorg verleend door POH's en huisartsen op een hoger plan te brengen. Na afloop van deze eerste pilot zullen wij hierover publiceren.      

Lidwien Bernsen, Hoofd Huisartsopleiding Radboud

Wij danken collega Bernsen voor haar reactie. Binnen het project hebben we ons in eerste instantie gericht op huisartsen en internisten om persoonsgerichte zorg vorm te geven. In de Zorgstandaard van de Nederlandse Diabetes Federatie worden zij immers expliciet eindverantwoordelijk gesteld voor de diabeteszorg aan patiënten. Het gespreksmodel moet de zorgverlener en patiënt helpen om bij de afstemming van de behandeling en zorg rekening te houden met de complexe context van iemands leven met diabetes. Binnen de eerstelijnszorg worden inderdaad de meeste controles door de praktijkondersteuners uitgevoerd; het is de bedoeling dat zij protocollaire zorg leveren. Die protocollaire zorg is noodzakelijk en van grote waarde, maar alleen protocollaire zorg is niet voldoende. Voor de huisartsen ligt de focus op het aanbieden van integrale zorg aan een doelgroep met een hoge mate van co-morbiditeit. Ook daarom is er voor gekozen om het gespreksmodel onder artsen te implementeren.

Zoals collega Bernsen aangeeft is de meest ideale situatie dat binnen een gehele huisartsenpraktijk de systematiek van persoonsgerichte zorg vorm krijgt en hierdoor de continuïteit in de wijze van benadering van de patiënt is gewaarborgd. Tijdens het werven van huispraktijken bleek bij meerdere huisartsenpraktijken de zorg voor mensen met diabetes volledig te zijn gedelegeerd aan de praktijkondersteuner. Dat heeft ons doen besluiten ook praktijkondersteuners in het project te laten participeren zodat wij ook van hen weten wat zij van deze persoonsgerichte benadering vinden en hoe de patiënten hun zorg waarderen.