Inleiding
In de V.S. is het vóórkomen van infertiliteit bij vrouwen in de leeftijd van 20-24 jaar in de periode 1965-1982 bijna verdrievoudigd. Geschat wordt dat in die leeftijdsgroep thans een op de zes echtparen infertiel is.1 De vraag om fertiliteitsonderzoek nam sinds 1968 met ruim 50 toe (tussen 1976 en 1980 meer dan 1‰).2
Eerste consulten wegens infertiliteit worden in Nederland niet of niet goed geregistreerd, zodat men om een indruk te krijgen van het aantal gevallen van infertiliteit aangewezen is op het aantal ziekenhuisopnamen wegens deze reden. Deze aantallen geven slechts een fractie weer van het totale aantal bij de arts gemelde fertiliteitsproblemen. Uit de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) valt af te leiden (schatting na extrapolatie voor totaal Nederland) dat het aantal opnamen tussen 1969 (circa 5000) en 1984 (circa 7000) met ongeveer 40 is toegenomen. Vanaf 1980 is door het…
Reacties